Aad Verbaast

te gek voor woorden eigenlijk

Tag archief: zorg

Nieuwjaarskaart 2016 voor jullie allemaal

nieuwjaarskaart 2016

Zomaar wat bomen. Over goede voornemens die bij mij opkomen.

Kijk en leef met aandacht, geniet, neem de tijd, ontspan, maak plezier, verbaas en verwonder je, maak je minder zorgen, zorg en verzorg, lach, zoek en luister naar de stilte, lekker luieren, zie en grijp die kansen, vervul je wensen, toon je tevredenheid, haal diep adem, voel je vrij, deel, denk om je heen en heb lief.

Wat een prachtig perspectief.

Allen een mooi, creatief, interessant, inspirerend, gezond en overzichtelijk 2016 toegewenst. Vast weer de moeite waard er veel tijd in te steken.

Seroquel, Quetiapine en Alzheimer

20091111_placebo

Aflevering 8: anekdotes uit de gezondheidszorg. Lisa Lavendel woont in een verpleeghuis (Alzheimer). Als 1ste contactpersoon probeer ik de vinger aan de pols te houden. Toen ik ontdekte welk medicijn ze kreeg sloeg me de schrik om het hart. Niet het enige wat niet klopte zo bleek al gauw.

De (gediplomeerde) verpleegster was medicijnen aan het uitdelen in de huiskamer. Dat gaat volgens een strak protocol. Een af te sluiten (cijferslot) verrijdbare medicijnkast. Per bewoner een af te tekenen formulier welk medicijn wanneer is toegediend. En met een fel-groen hesje waar op de achterkant “niet storen” staat. Het zal hier toch niet gebeuren dat een bewoner een verkeerd medicijn krijgt toegediend! Wat kan er mis gaan zou je haast denken?

“Welke medicijnen krijgt Lisa?” vroeg ik net voordat ze begon, want anders mocht ik haar voorlopig niet meer storen immers.
“Kijk: 1 keer per dag Quetiapine.”
“Wat is dat?”
“Ze kreeg eerst Seroquel. Quetiapine is hetzelfde, maar merkloos en dus nog goedkoper.”
“Wat doet dat medicijn?”
“Het is een antipsychoticum.”
“Is Lisa psychotisch dan?”
“Dat weet ik niet, de verpleegarts heeft dat voorgeschreven, als je wilt weten waarom moet je maar even overleggen met haar.”

Thuisgekomen eerst maar eens op goegel gezocht wat dat medicijn inhoudt. Lees en huiver.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Quetiapine : “De FDA waarschuwt nadrukkelijk tegen gebruik van alle antipsychotica bij dementie”!!
En onder “wetenswaardigheden”: “Het patent van AstraZeneca op Seroquel verliep in 2011. In Nederland daalde de prijs met ruim 95%. In Amerika lopen er duizenden rechtszaken tegen fabrikant AstraZeneca, omdat Seroquel diabetes zou kunnen veroorzaken. Wegens off-label promotie betaalde de firma al 520 miljoen dollar boete.”

Daar word je natuurlijk al helemaal niet vrolijk van.
Maar eens verder neuzen dan. Dat leverde al gauw het volgende op:

“Van geen enkel antipsychoticum is werkzaamheid bij agitatie bij patiënten met de ziekte van Alzheimer aangetoond en bovendien zijn ze niet voor deze indicatie geregistreerd. Dit gecombineerd met het gegeven van ernstige bijwerkingen, maakt dat deze middelen niet in aanmerking komen voor de behandeling van agitatie bij de ziekte Alzheimer.”
Bron: http://gebu.artsennet.nl/Archief/Tijdschriftartikel/Quetiapine-en-rivastigmine-bij-de-ziekte-van-Alzheimer.htm

“Antipsychotica, waaronder quetiapine, kunnen vanwege hun anticholinerge werking de darmbewegingen verminderen en patiënten blootstellen aan potentieel ernstige complicaties.”
Bron: http://gebu.artsennet.nl/Archief/Tijdschriftartikel/Quetiapine-en-ischemische-colitis.htm

“Conclusie onderzoekers. Quetiapine en rivastigmine zijn beide niet effectief bij de behandeling van agitatie bij patiënten met dementie die zijn opgenomen in een verpleeghuis. In vergelijking met placebo geeft gebruik van quetiapine een significant grotere afname van de cognitie.
Bron: http://gebu.artsennet.nl/Archief/Tijdschriftartikel/Quetiapine-en-rivastigmine-bij-de-ziekte-van-Alzheimer.htm

En alsof dat nog niet genoeg was:
“Studies have shown that older adults with dementia …. who take antipsychotics (medications for mental illness) such as quetiapine have an increased risk of death during treatment.”
Bron: http://www.nlm.nih.gov/medlineplus/druginfo/meds/a698019.html

Ik was werkelijk met stomheid geslagen. Was ik (en Lisa) hier in een scenario beland waar zelfs Robin Cook nog niet aan had gedacht?

Een middel toedienen met een contra-indicatie voor dementie? Met een verhoogde sterftekans? Met ernstige complicaties. Dat niet helpt om de verschijnselen waarvoor het gegeven wordt te verhelpen? En ook nog eens significante afname van cognitie veroorzaakt, juist iets wat de grootste uitdaging is om daar nog te redden wat er te redden is bij patiënten met Alzheimer.

Ik zal de lezer niet vermoeien met wat er daarna allemaal gebeurde. Kort samengevat:
Het kostte wat overredingskracht, maar Lisa gebruikt dit middel niet meer. En ze is er opgewekt onder.
De verpleegarts had niet veel anders te melden dan “Ik heb er wel goede resultaten mee bereikt”.

Dan maar naar het management dat nu een aantal vragen heeft openstaan.

a. Het is jullie beleid dat medicijngebruik altijd in overleg met de eerste contactpersoon is. Nu blijkt (ook bij rondvragen) dat dit niet standaard gebeurt. Hoe gaan jullie dat borgen?
b. Jullie gebruiken middelen in dit huis met een contra-indicatie voor dementie. Niet geregistreerd ook voor deze toepassing. Met een verhoogde sterftekans. En significante afname van cognitie. Is dit bekend? Hoe hoog is het gebruik in dit huis? Wat is jullie beleid in deze?

De tweede vraag is door het management spoorslags de “Vakgroep Ouderengeneeskunde” in geslingerd. De vakgroep en het management zijn ze nu al 2 maanden aan het broeden op een antwoord..

Ik zal ze toch niet wakker hebben geschud uit hun verdoving? Of zijn ze zo geagiteerd geraakt dat ze massaal aan de Quetiapine zijn en daardoor (ook) hun cognitieve vermogens sterk zijn afgenomen?


Algemeen
: Er woedt al langer een (onbeslechte) discussie over het overmatig gebruik van psychofarmaca en antipsychotica in verpleeghuizen. Ze worden maar al te vaak ingezet om bewoners rustig te houden zodat ze met minder personeel toe kunnen.

Wat benchmarking/getallen:
Gemiddeld krijgen 33% van de bewoners in verpleeghuizen psychofarmaca (vallen antipsychotica onder). 22% van de bewoners krijgen antipsychotica. Er zijn huizen waar dit oploopt tot 50%. Dit kan ook 10% zijn. Die verschillen zijn niet toe te schrijven aan verschillen in populatie. Wel aan keuzen in beleid.
Bronnen:
http://www.npo.nl/radar/26-05-2014/TROS_1358230 (vanaf 7:16)
http://www.npo.nl/altijd-wat/07-10-2014/KN_1661775 (vanaf 11:35)
“Het effect van antipsychotica neemt af bij langer gebruik. De termijn voor het gebruik van deze medicijnen is daarom maximaal twaalf weken. In de praktijk worden de antipsychotica echter veel langer gebruikt. Een derde van de mensen met dementie die het voorgeschreven kregen gebruikte twee jaar of langer een antipsychoticum.”
Bron: http://www.alzheimer-nederland.nl/actueel/blogs/2014/mei/tips-over-antipsychotica-bij-dementie.aspx

N.B.: alle afleveringen uit deze serie zijn te vinden in de rechterkolom onder het kopje: “Anekdotes gezondheidszorg”.

Stom, stommer, stoma

doolhof

Aflevering 7: anekdotes uit de gezondheidszorg. Karel Kanaal had regelmatig perioden met heftige pijnscheuten in de darmstreek. Eindelijk gaf de huisarts een verwijzing naar een uroloog (?!). Die trok alle registers open waaronder een CT. “Maak ook maar gauw een afspraak met een MDL arts” was zijn advies al de volgende dag. Zo gezegd zo gedaan.

Dokter Olaf Ontstopper had zijn advies al gauw klaar: een colonoscopie. De radioloog had wat onregelmatigheden in de dikke darm gezien immers. De aard daarvan zou wel duidelijk worden door eens een kijkje te nemen met een kijkbuis in mijn riool.

Twee weken later (genoeg tijd om mijn roesje uit te slapen) zit ik bij hem op de kamer.
“Ik heb slecht nieuws, ik ben niet door de vernauwing heen gekomen.”
“Wat betekent dat?”
Dat ik niet de hele dikke darm heb kunnen onderzoeken. Wat weer betekent dat we niet weten wat die onregelmatigheden zijn. Kan littekenweefsel van ontstoken divertikels (want dat hadden we al gezien) zijn of kanker. Beide zouden de pijnen kunnen verklaren.”
“Zijn er geen andere methoden om dat vast te stellen?”
“Ik zou het niet weten.”
Mijn suggesties (MRI, PET, dunnere scoop etc.) werden minzaam aangehoord en net zo minzaam allemaal afgewimpeld.
“En nu?”
“Snijden!”
“Snijden?”
“Ja, snijden, de enige manier om het zeker te weten.”
“Zijn er dan echt geen andere methoden om dat vast te stellen? Snijden kan altijd nog.”
“We zouden een Colon-CT kunnen proberen. Die geeft misschien wel duidelijkheid”

Zo gezegd, zo gedaan.

Drie weken later zit ik weer aan tafel bij Ontstopper.
“De radioloog zegt dat hij op een CT ook niet kan differentiëren tussen littekenweefsel en kanker. Dus er is nog geen duidelijkheid”
“Da’s niet zo mooi. Wat nu?”
“Tja, dan weet ik het ook niet meer, ik gooi het wel in het team”
“Team?”
“De radioloog, de chirurg en ikzelf.”

Twee weken later zit ik weer aan tafel bij hem.
“En wat is er uit het team gekomen?”
“Snijden. We stellen een ruime resectie van het sigmoïd voor.”
“Ruime resectie?”
“Een centimeter of 50. Alsof er kanker zou zijn. Halen we ook meteen de omliggende lymfeklieren weg.”
“Betekent dat ook een stoma?”
“Zou kunnen, dat wordt pas beslist tijdens de operatie. Kan ook een tijdelijke stoma zijn. Maak maar een afspraak met de chirurg, die kan u dan voorbereiden op de operatie.”
“Dus straks loop ik mogelijk onnodig met een stoma rond voor de rest van mijn leven?”
“Daar is prima mee te leven, en dan bent u wel van de pijnen af.”

Nu ben ik niet iemand die me gewillig naar de slachtbank laat leiden, dus de verzekering maar eens gebeld om aan te kondigen dat ik een second opinion wil met de vraag (eerst maar eens zeker weten of er sprake is van kanker) wat nou een goed ziekenhuis is op dit gebied. Die raden een ziekenhuis aan nog geen 60 kilometer van de plek waar ik woonde. “Top ziekenhuis op dit gebied!”.
“En hoe zit dat met het ziekenhuis waar ik geweest ben?”
“Nou daar hebben we wel wat kwaliteitsproblemen mee. Ze doen ook maar 30 darmresecties per jaar, moeten er minstens 40 zijn.”

Ik rook onraad. Zouden ze gedacht hebben dat ze weer kandidaat gevonden te hebben die kon bijdragen om hun quotum te halen?! Kwestie van overleven immers. Maar gauw een afspraak gemaakt met dat andere ziekenhuis voor de second opinion.

Aardige ontvangst. Jonge dame, nog in opleiding trouwens.
“Die divertikels zouden de pijn kunnen verklaren. Kunnen gaan ontsteken. Maar dat is te voorkomen door de ontlasting een beetje dunner te houden. Zakje movicolon per dag doet wonderen.”
En wat is uw plan?”
“Dat gaan we dan eerst die colonoscopie nog maar eens proberen, maar nu met een dunnere endoscoop.” Prima plan leek me.

Drie weken later keken we samen een filmpje. Geen enkel probleem. De hele dikke darm vloog aan me voorbij. Geen spoor van kanker te bekennen. “U hoeft ook niet meer terug te komen, u bent ontslagen hier”.

Nou, ik kon nog wel wat kandidaten bedenken die ook in aanmerking komen voor ontslag.
Maar die zijn vast weer druk aan het zoeken naar nieuwe kandidaten voor een “ruime resectie”.

 

P.S. Plaatje: http://ethiekzaak.nl/
N.B.: alle afleveringen uit deze serie zijn te vinden in de rechterkolom onder het kopje: “Anekdotes gezondheidszorg”.

Over zorgkantoren, PGB’s en grove nalatigheden

zorgkantoor

Aflevering 6: anekdotes uit de gezondheidszorg. Doortje Duwer heeft een PGB. En viel in de prijzen toen ze in aanmerking kwam voor een “administratieve voorcontrole”. Je bent een crimineel tot het tegendeel is bewezen. Kafka had er weer een boek over kunnen schrijven.

De Kamer was het er al snel over eens. Stas van Rijn moest die vermeende ongebreidelde fraude rond de PGB’s maar eens hard aanpakken. En zo geschiedde.

Hij gaf de zorgkantoren opdracht letterlijk en figuurlijk nog harder aan de bel te trekken bij de PGB-houders. Testen op “grove nalatigheid” dan wel “fraude”. Nou zou je denken dat een beetje boekhouder in 5 minuten kan zien of daar bij iemand sprake van zou kunnen zijn. Nee, dat pakken ze daar grondig aan. Niets wordt aan het toeval overgelaten. Een uitgebreid plan van aanpak was daar al gauw gemaakt. Goed voor de eigen werkgelegenheid met name.

Keurig had ik in januari (logische eis) de “verantwoording” over 2013 al opgestuurd. Al gewend dat je daar pas in juli (!!) bericht over krijgt viel er midden juli inderdaad een brief van het zorgkantoor op de mat.
Krijg nou wat! Betreft: “Administratief vooronderzoek.”
“In dit kader wordt u hierbij uitgenodigd mee te werken aan een administratief vooronderzoek en een huisbezoek”

Uitgenodigd? Even later wordt fijntjes meegedeeld: “Het niet meewerken aan het administratief vooronderzoek heeft wél gevolgen voor uw PGB”. Mooi zo’n “offer you cannot refuse”.

Eerst maar eens kijken wat ze dan allemaal willen weten. In het kort:
Zorgovereenkomsten, wijzigingsformulieren zorgovereenkomsten, declaratieformulieren, facturen, verantwoordingsformulieren, bankafschriften, tarievenlijst en als klap op de vuurpijl: “toelichting op de zorg.”.

“Toelichting op de zorg” (was nog nooit geëist dit op te stellen) houdt in: “een beschrijving van de doelen die u met de zorg wilt bereiken. De werkwijze/werkzaamheden van uw zorgverlener. Een opsomming van de activiteiten die u doet tijdens de begeleiding.” “..een weergave van de technieken/methoden die zijn gebruikt in de begeleiding.”
En ‘natuurlijk’: De toelichting moet door de budgethouder en zorgverlener zijn ondertekend.”

En dan hebben ze ineens haast, want dit alles moet binnen 3 weken (na dagtekening) zijn aangeleverd!

Ronkende kopieerapparaten. Vele telefoontjes en reisjes verder om die handtekeningen allemaal te verzamelen (vakantietijd..) stuurde ik al gauw een centimeter dik pakket papier op naar het zorgkantoor. 5 keer gecontroleerd of alles er in zat, ze zullen mij niet klein krijgen.

Tot mijn verrassing krijg ik eind juli al weer een brief waarin ondermeer: “Ontbrekende stukken”.
Van 2 met naam genoemde zorgverleners willen ze een “toelichting op de zorg”. Maar dat had ik toch al opgestuurd? Niet gezien daar? Of vonden ze de toelichting niet toereikend? Dat werd niet duidelijk in de brief..
Even daarover bellen? Onmogelijke missie zo bleek. Je komt niet binnen in die goed afgeschermde bunkers.
Tja, waar ga je dan op gokken? Dan maar weer opnieuw opstellen, maar dan net even anders en nog uitgebreider.
En natuurlijk weer die zorgverleners lastig vallen voor weer een handtekening.

En ze misten een volledig IBAN nummer op de zorgcontracten van 4 ZZP-ers van de thuiszorg. Nu waren die zorgcontracten al opgesteld ver voor IBAN ooit werd ingevoerd, maar dat mag de pret niet drukken.
Moet wel aangepast worden. Dat ze alle facturen, bankafschriften en bijbehorende zorgovereenkomsten al hebben zodat ze kunnen zien dat het geld niet ‘naar mijn neef’ is overgemaakt doet voor hun niet ter zake blijkbaar.

En omdat dit als een wijziging gezien wordt in de zorgcontracten “..moeten zowel de budgethouder als de zorgverlener de aangepaste pagina’s ondertekenen.”.

Kan ik weer (het is nog steeds vakantietijd) bellen en reizen om weer al die handtekeningen op te halen!

Verplicht opsturen binnen twee weken na het huisbezoek. Wat inmiddels was aangekondigd per brief.
Dag en tijd aangegeven. Half augustus. Tijd? “Tussen 1 en 5.” Duurt een uurtje maximaal, maar je mag er wel de hele middag voor thuisblijven..

Aardige man hoor die aan de keukentafel kwam. Een van mijn vragen was natuurlijk of ze die zorgplannen wel hadden gekregen gezien hun vraag daarover.
“Kunt u de papieren die ik heb opgestuurd even laten zien? Dan weten we het meteen.”
“Nee, helaas, want ik krijg dat dossier niet te zien. Ik word op pad gestuurd met een set door die boekhouders opgestelde vragen die ik aan u moet stellen.”
Inmiddels al aardig murw geworden ging ik er verder maar niet op in. “Barst dan maar los met die vragen.”

3 vragen ‘op het scherp van de snede’ hadden ze op dat zorgkantoor bedacht door gedreven puntenslijpers. Allemaal financieel. Vermeende verschillen tussen afspraken in het contract, facturen, en overmakingen.

Merkwaardig. Dan maar weer de map en de rekenmachine er bij. Gezamenlijk maar weer eens de boel opgeteld en gecontroleerd.
En wat bleek? Alle drie de keren hadden die stoethaspels daar de boel niet goed opgeteld! Klopte allemaal als een bus. Wie gooit er nou met de pet naar? Ik of het zorgkantoor?

Het bloed was inmiddels geheel onder mijn nagels vandaan gehaald. Bij vertrek van de huisbezoeker kon ik het niet nalaten te vragen of hij de indruk had of ik fraudeerde dan wel beschuldigd kon worden van “grove nalatigheid”. Ik ontlokte toch nog een schamelijke glimlach van hem.

“Een laatste vraag: wanneer krijg ik weer bericht van het zorgkantoor?”.
“Dat weet ik niet, maar reken er maar niet op dat dit voor november zal zijn.”

En weg was hij weer. Op naar de volgende. Hij en zijn collega’s hadden er zo al 8000 afgewerkt. En nog duizenden te gaan.

Moraal van dit verhaal: wie controleert eigenlijk het zorgkantoor? En wie controleert de opdrachtgever (stas en Kamer) die de zorgkantoren de vrijheid geven helemaal uit hun dak te gaan met hun zelf verkozen veel te ingewikkelde onderzoeksmethode die toch al zwaar belastte PGB-houders overmatig (en meest onnodig) zwaar belasten?

Was het niet veel slimmer (en veel goedkoper) geweest eerst maar eens om een huisbezoekje te vragen? En als daar signalen worden opgevangen van mogelijke “grove nalatigheid” en/of fraude dan maar eens om een “administratieve na-controle” te vragen?

Wie is hier nu grof nalatig?

Plaatje: http://www.srf.ch/kultur/buehne/albtraum-im-wachzustand-in-kafkas-der-prozess

N.B.: alle afleveringen uit deze serie zijn te vinden in de rechterkolom onder het kopje: “Anekdotes gezondheidszorg”.

Psychologische hersenspinsels

bosinsturen

Aflevering 5: anekdotes uit de gezondheidszorg. Lisa Lavendel (zelf GZ-psycholoog) kreeg wat problemen op haar werk. Ze vergat nog wel eens een afspraak. Kon zich patiënten niet meer zo goed voor de geest halen. Geheugenproblemen. Lastig. Toch maar eens goed uitzoeken wat de reden zou kunnen zijn.

De bedrijfsarts had al aangegeven dat ik voorlopig maar even niet moest gaan werken. De weg naar de huisarts was al gauw gevonden.
Die had de diagnose direct paraat: “Je bent overspannen. Of je hebt een burn-out. Ga eerst maar eens een tijdje rustig aan doen.”.
“Niet mijn gevoel. Ik denk dat er iets anders aan de hand zou kunnen zijn. De bedrijfsarts liet zelfs het woord dementie als mogelijkheid vallen.”
“Schandalig. Hoe haalt hij zich dat in zijn hoofd. Dat mag hij helemaal niet zeggen! Ga maar lekker een tijdje op vakantie, dan komt het wel weer goed.”

Met moeite toch een verwijzing gekregen om maar eens wat meer onderzoek te laten doen. Meten is weten immers. Groot ziekenhuis opgezocht. Drie maanden later (neurologen zijn zeer druk bezet zo bleek) en een MRI verder (“niets bijzonders op te zien”) mocht ik toch een dagje doorbrengen met het ondergaan van een neuropsychologische testbatterij.

Ook daar druk, druk druk. Na lang aandringen (drie maanden!) kreeg ik dan eindelijk de resultaten en diagnose te horen: “Onverwerkte trauma’s!”. Advies: “In therapie!” Verrassend, maar ja wie ben ik?

Nu had ik niet zo’n zin om een lang traject in te gaan met een van mijn vakbroeders. Als het dan al om onverwerkte trauma’s gaat dan maar aan de EMDR.  Een techniek om van trauma’s af te komen.  Men weet niet hoe het werkt, maar wel is bewezen dat het werkt.

De EMDR praktijk was al gauw gevonden. Geaccrediteerd uiteraard. Met je gezondheid laat je immers niet sollen.
Nu is het idee dat je je moet concentreren op een traumatische ervaring die je hebt gehad. Op dat moment maakt de therapeut met één of meer opgestoken vingers een heen en weer gaande beweging voor je ogen. Het resultaat zou moeten zijn dat de trauma’s (de gevolgen er van) als sneeuw voor de zon verdwijnen.

Viel allemaal niet mee zo bleek.
“Ik ben al weer vergeten waar ik aan moest denken!?”
“Nog maar een keer dan Lisa. En je beter concentreren nu!”

Heel wat moeizame wekelijkse sessies (en facturen) later, kwam het hoge woord er dan uit:
“Ik kan je zo niet helpen van je trauma’s af te komen. Je bent elke keer vergeten waar je je op moest concentreren. Dan kan ik niets voor je doen.”
“Vervelend, want zo kom ik geen stap verder met het oplossen van mijn geheugenproblematiek.”
“Onzin, je hebt helemaal geen problemen met je geheugen, je bent aan het dissociëren!”
“Dissociëren? Nou, ik weet wel wat dissociëren is, maar ook dat ik niet dissocieer!”
“Ga maar terug naar de huisarts, ik kan verder niets voor je doen. Ik stuur haar wel mijn eindverslag”.
“Zet je dan in je verslag dat je diagnose is dat ik dissocieer?”
“Ja natuurlijk.”
Zet je er dan ook in dat ik me niet kan vinden in die diagnose?”
“Nee, dat je bespreek je maar zelf met je huisarts.”

Daar kon ik het mee doen. Afscheid genomen om elkaar nooit meer tegen te komen.

Na heel wat diagnoses verder (overspannen, burn-out, onverwerkte trauma’s, dissociatie), verloren tijd (veel tijd, ruim anderhalf jaar) nam de huisarts de genoegzame houding aan van “zie je wel, ik had wel gelijk”, maar schreef toch zuchtend op dringend verzoek een verwijzing uit naar een geheugenpoli. Je moet er maar opkomen!

Om een lang verhaal kort te maken. Diagnose Alzheimer. We spreken nu over 2008. Inmiddels zit Lisa sinds een half jaar in een verpleeghuis. Gelukkig kan ze zich deze traumatische ervaringen van gepruts in de ‘reguliere gezondheidszorg’ al lang niet meer herinneren.

 

 
Plaatje: http://mborsje-deontdekking.nl/index.php/emdr-2/wat-is-emdr/

N.B.: alle afleveringen uit deze serie zijn te vinden in de rechterkolom onder het kopje: “Anekdotes gezondheidszorg”.

Gemeentelijke drempelvrees


Aflevering 4: anekdotes uit de gezondheidszorg
. Na een hersenbloeding zat Hendrik Hobbel al 2 maanden in een revalidatie centrum. Hij kon niet wachten om weer naar huis te gaan. De gemeente liet hem letterlijk en figuurlijk zitten. Kost naast moeite ook geld immers.

Daar zit je dan gekluisterd aan een rolstoel. Één been en arm trokken het niet meer. Lastig als je wilt rondtrekken in je eigen huis. Na een maandje in dat oord vol lichamelijk ongemakken had ik het daar wel gezien. Hoog tijd om naar huis te gaan!

Nu bestaat er een Wet Maatschappelijke Ondersteuning. En ik kon wel wat ondersteuning gebruiken dacht ik nog. Op de website van de overheid zag ik staan: “de gemeente kijkt samen met u of ondersteuning nodig heeft en in welke vorm.” Gemeente dus maar eens gebeld.

“Daar hebben wij een WMO-loket voor”
“Ja, maar ik zit in het revalidatiecentrum. Ik zit in een rolstoel.”
“Dan kunt u toch iemand anders meenemen? En vergeet niet uw legitimatiebewijs mee te nemen!”
Dat “samen met u” werd wel erg letterlijk genomen zo bleek.

Opgetogen togen we samen naar het loket. Klassiek ingedeeld als een gemiddeld gemeentehuis: van het kastje naar de muur.

Efficiënt als ze zijn, werd een stapel formulieren overhandigd om in te vullen (gelukkig kan dat met één hand) en toen ik daar wat verbaasd mijn wenkbrauwen over fronste, reageerde ze nog ad rem met: “u zult begrijpen dat we niet zo maar voor iedereen allerlei voorzieningen kunnen treffen!”

Ergens nog onder de indruk dat het gebouw zo rolstoelvriendelijk was ingericht hoopte ik nog dat als ze zo goed voor zichzelf konden zorgen ze dat ook wel voor mij zouden doen.

Na de formulieren ingevuld en overhandigd te hebben (gezelligheid kent geen tijd) werd me verteld dat ze me een brief zouden sturen met een datum voor een huis- respectievelijk inspectiebezoek. Kon ik natuurlijk weigeren (de overheid kijkt immers niet ongevraagd achter de voordeur), “maar ja, dan kunnen we ook niets voor u doen”.

Vier weken later (jawel) was het dan zover! Omdat ik het huis niet in kon vanwege de trapjes bij de voordeur ‘inspecteerde’ de ‘ervaringsdeskundige’ het huis. Ik bleef maar buiten in de motregen. Je moet er wel wat voor over hebben immers.

Goed nieuws: een traplift en een verbouwing van de badkamer (tot douche met zetel) was toch wel nodig vond de inspecteur.

Maar toen kwam de hamvraag: “wilt u een drempelplaat bij de ingang óf bij de achterdeur naar de tuin?”
“Hoezo?”
“U zult moeten kiezen, we vergoeden max 1 drempelplaat. U zult begrijpen dat…”
Tussen de lezer en mij: nee, dat begreep ik echt niet. Vind de gemeente het logisch dat ik moet kiezen tussen: óf de voordeur niet meer uitkunnen óf de tuin niet meer in?

Toch maar eens voorzichtig na een maand gebeld om te vragen wanneer ze begonnen met de verbouwing (ze zullen me toch niet vergeten zijn?) krijg je te horen: “we zijn er mee bezig”.
“Waarmee bent u bezig?”
“We laten u het wel weten als het zover is.”

2 maanden later hetzelfde verhaal. Ze zullen toch niet een Europese tender hebben uitgeschreven voor deze megalomane ingreep schoot nog door mijn hoofd. Of zouden ze erg druk zijn met elk dubbeltje honderd keer om te draaien voordat ze die durven uit te geven?

Na 3 maanden was het dan toch zover. Ik kon naar huis! Traplift was klaar, en ik kon douchen zittend op een daarbij geleverde po-stoel. En natuurlijk ontbrak die ene geweldige drempelplaat niet. Bij de voordeur dan toch maar. Anders kon ik het huis niet eens in komen immers.

Edith Schippers maar klagen dat zorg zo duur is. Toch zo’n vier maanden onnodig in een revalidatiecentrum moeten wonen omdat gemeenten zo’n enorme drempelvrees hebben.

N.B. Plaatje: http://www.bndestem.nl/regio/roosendaal/opgelucht-als-ik-naar-binnen-kan-1.683036

N.B.: alle afleveringen uit deze serie zijn te vinden in de rechterkolom onder het kopje: “Anekdotes gezondheidszorg”.

Futloos Futselende Fusiepartners

Océade-Waterglijbanen

Aflevering 3: anekdotes uit de gezondheidszorg. Karel Kanaal kwam in aanmerking voor een Colon-CT. Aangezien twee ziekenhuizen (Schuit en Bagger) onlangs gefuseerd waren hadden ze het eerste “synergie effect” al ingevoerd: die procedure werd vanaf nu alleen nog maar uitgevoerd in Bagger. Zo’n 40 km verderop. Dat heeft Karel geweten. Daarover deze anekdote.

Na het horen van dit bericht (best wel een handige jongen) kijk ik op internet wat deze procedure precies inhoudt. En leest dat ook een “darmspoeling” nodig is als voorbereiding. Geen pretje, maar dan heb je ook wat, dacht ik nog. Om dat voor elkaar te krijgen moeten (lees ik op de site van Bagger) op een dag drie drankjes ingenomen worden. Flesjes van 50 ml. Telebrix Gastro. Smullen maar.

Toch maar even het secretariaat van radiologie gebeld aldaar. Hoe kom ik aan die flesjes?
“Die kunt u hier komen ophalen”. “Maar moet ik daar 80 km voor bussen dan, kan dat niet anders?”
“Nee, dat is het protocol”.

Dan maar het secretariaat hier gebeld:
“kunnen jullie die flesjes niet leveren?”.
“Welke flesjes?
“Misschien een idee om even te bellen welke flesjes?”. Vond ze wel een vondst.
Behulpzaam als altijd, belt ze me later terug. “ik heb even gebeld, en u kunt het recept voor die flesjes morgen hier ophalen”. Wat een service!

Ik haal het recept op. Bij thuiskomst zie ik dat het een recept is voor 1 flesje. Geen 3. Dan maar weer even naar het ziekenhuis gefietst (met de van internet geplukte instructie).
“Dit recept klopt niet, het moeten er drie zijn, kijk maar naar de instructie”.
“Goh, inderdaad. Dan hebben zij dat verkeerd doorgegeven. Ik laat wel even een nieuw recept maken”
“Wel snel graag, de tijd begint te dringen”.
“Snap ik, ik fax het dan meteen wel even door naar uw apotheek, kunt u het morgen daar wel ophalen.”

De volgende middag naar de apotheek.
“Dit leveren we niet. Er is geen vraag naar en ik moet een doos van 200 stuks bestellen, daar kunnen we natuurlijk (?) niet aan beginnen!” “En volgens mij worden deze flesjes ook door het ziekenhuis zelf afgegeven omdat deze in de prijs van de procedure zitten”.

Terug naar het secretariaat: “ik heb een probleem. Natuurlijk kan ik een middagje gaan bussen 40 km verderop, maar dat moet toch ook anders kunnen?”.
“ik ga wel eens bellen”. Ik bel “je” terug (we waren al behoorlijk intiem geworden door de veelvuldige wisselende contacten)”.

Niet geheel gerust op een goede afloop belde ik nog maar eens naar radiologie van het andere ziekenhuis.
“Kunnen jullie die flesjes niet hier naar toesturen?”
“Geen idee hoe!”
“Heeft u wel eens van PostNL gehoord?!”

Dood spoor zo bleek.

Niet voor een gat gevangen, schoot me ineens te binnen dat de Colon-CT nog niet zo lang geleden hier werd uitgevoerd. Dan maar eens langs de afdeling Radiologie hier. En de case uitgelegd. “ Hebben jullie misschien die flesjes hier nog liggen?”
“Ja, hoor, nog een doos vol!”
“Kan ik er drie mee krijgen?”
“Dat wordt ingewikkeld, maar ik kan ze wel naar de afdeling MDL sturen”. “Goed plan” kon ik er nog uit persen.

De volgende middag kreeg ik een telefoontje van het MDL secretariaat:
“ik heb goed nieuws voor je: ik heb hier drie flesjes klaarstaan, kunt je zo komen ophalen!”
“Geweldig” wist ik er nog met moeite uit te krijgen. Inmiddels de nodige oprispingen onderdrukkend.

Mezelf wel afvragend of ik de flesjes nog wel nodig had. Het liep me al “dun door de pantalon” door deze ongekende synergie effecten die deze ziekenhuizen al hadden bereikt. Edith Schippers zal trots op ze zijn.

 

N.B.: plaatje http://www.parkspot.eu/nl/2013/12/oceade-dicht-2014-tijdelijk/

N.B.: alle afleveringen uit deze serie zijn te vinden in de rechterkolom onder het kopje: “Anekdotes gezondheidszorg”.

Over Kniesoor, Oorsmeer en Tinnitus

tinnitus
Aflevering 2: anekdotes uit de gezondheidszorg
. Kees Kniesoor wilde hemzelf oordoppen laten aanmeten. Leek hem wel handig aangezien hij vorige zomer ontdekt had dat de disco van de camping 500 meter verderop inbegrepen was in de sta-prijs. Die schuimbollen van de Kruidvat werkten van geen kanten immers.

Opgetogen toog ik naar de goed gesorteerde brillenwinkel die reclame maakte met “al onze audiciens zijn gediplomeerd”. Daar had ik wel oren naar. Ik had uitzicht op een rustige vakantie, en op een jong meisje (moet erg slim zijn, want als je op die leeftijd al een diploma kan halen, nou dan weet je het wel) die me graag wilde helpen. Kom er nog maar eens om. Kost 125 euro, maar dan heb je ook wat.

Ze stak een toeter in mijn oor en slaakte een diepe zucht. “Allemaal oorsmeer! Ik zou voorstellen om eerst even langs de huisarts te gaan om dat uit te laten spuiten, want anders kan ik onze gehoorbeschermers (duur woord van de cursus) niet goed aanmeten”. Teleurgesteld natuurlijk. Maar ja, het is zoals het is. Die doppen moesten er komen!

Huisartsenpraktijk gebeld (vroeger kon je nog gewoon in de wachtkamer gaan zitten, maar die tijden zijn allang voorbij) en een afspraak gemaakt. De huisarts (drie dagen later) verwees me naar haar assistent die dit karweitje ook al  aankan (“al onze doktersassistentes zijn gediplomeerd”).

Nadat ik (op advies van de assistente) drie dagen geprobeerd had al die slaolie in mijn oren te houden (dat valt niet mee), was het dan eindelijk zover. De grote schoonmaak kon beginnen!

Behangen met handdoeken, en een opvangbak die ik onder mijn oor moest houden, werd een apparaat aangezet dat vervaarlijk begon te jutteren en te sputteren. Ze hield mijn oor vast en begon water in mijn oor te spuiten. “Kan even gevoelig zijn” zei ze nog. “Zo gepiept”. Humor.

“Auch!! Gevoelig?? Doet gewoon pijn!” Uit mijn ooghoek probeerde ik nog te ontdekken of die hogedrukspuit geleverd was door Kärcher. “Moet dat zo hard?”
“Ik zal het wel iets zachter zetten, voor u.”
Met name dat “voor u” klonk me toch wat vreemd in de oren. In mijn medisch dossier zal nu wel “is een watje” aangevinkt worden.

Maar het resultaat was er wel naar moet ik zeggen. De opvangbak toonde toch nogal wat sporen van overvloedig rioolslib. Genoeg om alsnog redelijk tevreden huiswaarts te keren.

Ken je dat gevoel? Je komt terug van de disco, en je oren suizen. Kan ook gebeuren als je een harde klap met de vlakke hand op je oor krijgt. Suizen! En niet zo’n beetje ook. Maar ja, mijn ervaring (uit een vroeger leven) was dat dat wel weer overging.

Niet dus. Om gek van te worden!

Drie jaar later (de tijd vliegt) ga ik nog steeds neuriënd door het leven. De enige methode om die vermaledijde tinnitus te onderdrukken. “Niets aan te doen” vertelde me de KNO-arts me nog na een uitgebreid consult. Daar had de huisarts dan toch maar mooi wél een verwijzing voor gegeven.

P.S. plaatje komt hier vandaan.

N.B.: alle afleveringen uit deze serie zijn te vinden in de rechterkolom onder het kopje: “Anekdotes gezondheidszorg”.

De dermate logische dermatoloog

spaarbankwachten
Aflevering 1: anekdotes uit de gezondheidszorg
. Hans Huidakker stond er gevlekt op met zijn psoriasis. Jaarlijks ging even buurten bij de dermatoloog. Die liep dan gewapend met een grote leesloep even een rondje om hem heen. En op de vraag of er nog iets nieuws onder zon was, begon hij altijd te zwaaien met een badschuursponsje. “Huidkanker?”, vroeg ik dan. “Niets te zien”.

Snelste specialisme: je hebt de uitslag al voor je binnen bent. Gaf altijd wel een goed gevoel. Ik kon er weer een jaartje tegen.

Na de verhuizing naar andere oorden was het er niet meer van gekomen. Ritueel uiteindelijk gedeeld met de (ook nieuwe huisarts) die beloofde een verwijzing te sturen naar een plaatselijk dermatoloog. In de vaart der volkeren ging dat hier allemaal elektronisch. Waauw.

“je krijgt een brief met een oproep”. En jawel hoor. Een week later kwam de postbode met een heuse brief. Ik mocht dinsdag (weer drie weken later) om 11:40 komen. Druk, druk, druk, waarschijnlijk.  Maar niet gemopperd. Je moet die lui niet te dicht op de huid zitten.

Aangezien in de brief een dringend advies stond op tijd te komen (omdat bij te laat verschijnen mogelijk de afspraak niet zou kunnen worden nagekomen) was ik netjes op tijd op plaats delict. Normaliter trouwens toch al mijn gewoonte. Afspraak is afspraak toch?

Kaartje afgegeven bij de balie. En in de halfvolle wachtkamer gaan zitten. Nog redelijk opgewekt.
Het vooruitzicht even snel door de obligate leesmap te bladeren had wel wat. Anders moest je daar voor naar de kapper immers.

Inmiddels was het 12:30 geworden. De tijd vloog om met die fascinerende verhalen uit de story en de privé.  ietwat geïrriteerd toch maar eens vragen bij de receptie of ze me niet vergeten waren..
“Nee hoor, het is vanmorgen wat uitgelopen, Ze is nu even lunchen, maar ze zal zo wel terugkomen”.
Even lunchen?!! Ik kreeg spontaan bijkomende dermatologische klachten: rode vlekken in mijn nek.

En ja hoor. Exact om 13:30 galmde over de gang: “Meneer Huidakker?”. Ik snel dat kamertje in, er was immers geen tijd te verliezen.
Knappe vrouw. Puntgaaf perzikhuidje. Mijn geschonden vertrouwen groeide. Als ze zo goed voor zichzelf kon zorgen kon ze dat mogelijk ook voor anderen, dacht ik nog.

Na een vluchtig oogcontact, en een obligaat eerste contact (“Dr. Vlek”) geen hand. Dat hadden ze in dat specialisme wel afgeleerd.
Ze had meer oog voor het scherm dan voor mij (spelletje patience?). Dus begon ik me maar uit te kleden, dat was ik zo gewend. “Laat u dat maar zitten, ik heb het al gezien”. Verbaasd over deze snelheid, röntgen-ogen en verbijsterend overzicht vertelde ik even mijn ervaringen bij mijn vorige specialist. “Die checkte mij altijd ook even op huidkanker”.
“Doe ik niet”, zei ze.
Huhh? Waarom niet?”
Staat niet op de verwijzing.”
“Had ik wel om gevraagd!”
“Staat er niet in, dus kan ik dat niet doen, dan moet u een nieuwe verwijzing vragen aan de huisarts.”

De broek weer half opgehesen, zakte nu spontaan tot op de enkels. Het vooruitzicht weer een afspraak te moeten maken bij de huisarts, weer weken te moeten wachten op een uitnodiging, weer uren die story te moeten doorbladen in die wachtkamer, was iets waar ik niet op stond te wachten natuuurlijk. Dat terwijl ik eindelijk haar doolhof was binnengedrongen. Dan maar een ultieme poging.

“Maar als u naar mijn huid kijkt voor de psoriasis en u ziet een huidkankertje, vertelt u me dat dan?”
“Nee”.
“Maar u heeft toch de Eed afgelegd? “. De naam Hippocrates schoot door mijn hoofd.
“Daar heeft u een andere verwijzing voor nodig”.

De terreur van de DBC (diagnose behandel combinatie) had hier post gevat besefte ik me plots.
Kijken naar huidkanker kon ze niet declareren immers.

In nog een laatste poging haar het vel over de oren te trekken: “Maar in de tijd dat we het hier nu over hebben, had u al lang even kunnen kijken of ik ergens huidkanker heb”.

Ze reageerde niet eens, pakte haar kladblok en schreef een recept voor een zalfje op.
“U kunt wel een zonnebankkuur krijgen als u dat wilt” mompelde ze.
Ja, die zal wel onderbezet zijn, dacht ik, ze zoekt zeker extra inkomsten want dat kan ze wel declareren.

“Nee, dank u” zei ik. “Je wilt niet weten hoeveel mensen er met huidkanker rondlopen”.

2 uur later na het betreden van haar tempel, en 10 minuten nadat ik de spreekkamer was binnen gegaan stond ik weer buiten. Een dermatoog die je als een stuk vuil behandeld. Kom er nog maar eens om.

N.B. Inmiddels is ze met de noorderzon vertrokken.

N.B.: alle afleveringen uit deze serie zijn te vinden in de rechterkolom onder het kopje: “Anekdotes gezondheidszorg”.

Plaatje: http://www.engelfriet.net/Alie/Hans/spaarbank2.htm

Feuilleton: anekdotes uit de gezondheidszorg

20101113 verpleeghuis vissen
Wie kent ze niet? Als je kuren hebt en een beroep moet doen op de gezondheidszorg dan kan je er ongetwijfeld over meepraten. Viel je al niet om van het ziek zijn, dan wel van verbazing. Een spreekkamer vol lotgenoten die lijden aan Chronische Verbijsteritis. Veelal leidend tot een opspelende Nervus Agitaris. Het zal je maar overkomen. Je kunt er doodziek van worden.

Boek of blog
Ik kan er inmiddels wel een boek over schrijven. Toch besluit ik om de (her en der) verzamelde anekdotes maar in een serie blogs te publiceren. “Ter leering ende vermaeck”. Van de lezer en voor mezelf. Ernst en luim. Over casinogeneeskunde, lokettencultuur, paarse krokodillen, Kafka, muggen op olifanten en v.v., pillendraaiers, dilemma’s, marktwerking, klantenbinding, -werving en -afstoting, huismiddeltjes, op verkeerde benen staan etc. etc.

Vorm/disclaimer
Het is niet mijn bedoeling om personen (of de zorgleverancier in kwestie) aan de schandpaal te nagelen. Daarom zullen de genoemde namen gefingeerd zijn, waarbij de echte naam in kwestie wel (in de meeste gevallen) bij de schrijver bekend is. De anekdoten zijn slechts illustratief voor mijn zorgen over de zorg.

Om het wat directer te maken zal veelal de “ik-vorm” gekozen worden. Zonder nou meteen te suggereren dat het me persoonlijk is overkomen. Gelukkig maar. Ook ik tel mijn zegeningen.

Ik wens de lezer van de verhalen veel leesplezier. Ik kan al wel verklappen wat één van de conclusies zal zijn na het lezen van de verhalen: ben je niet assertief genoeg dan ben je overgeleverd aan ‘de Goden’, specifiek die van de willekeur. Kan je voor kiezen natuurlijk. Maar het zou mijn recept niet zijn dat ik ga uitschrijven.

En om deze inleiding positief af te sluiten het volgende. Natuurlijk is het niet alleen maar kommer en kwel in de gezondheidszorg. Gelukkig gaat er ook heel veel goed. Maar ook hier geldt: het kan altijd beter en gezonder. Daar worden we allemaal beter van immers. Komende week de eerste anekdote..

 

P.S. Wil je direct weten wanneer er weer een nieuwe aflevering wordt gepubliceerd dan kan dat: neem een abonnement op het blog, zie rechterkolom.

N.B.: alle afleveringen uit deze serie zijn te vinden in de rechterkolom onder het kopje: “Anekdotes gezondheidszorg”.

N.B. eerdere blogs die raken aan de gezondheidszorg:
2014: https://aadverbaast.wordpress.com/2014/03/03/meer-lol-met-cholesterol/
2014: https://aadverbaast.wordpress.com/2014/01/27/over-ziekenzorg-en-zieke-zorg/
2013: https://aadverbaast.wordpress.com/2013/01/14/martin-van-rijn-schoffeert-miljoenen-mantelzorgers/
2012: https://aadverbaast.wordpress.com/2012/08/03/de-bittere-pillen-van-de-farma-maffia/
2012: https://aadverbaast.wordpress.com/2012/04/12/boordevol-cholesterol/
2012: https://aadverbaast.wordpress.com/2012/02/14/wie-o-wie-mag-aan-de-euthanasie/
2011: https://aadverbaast.wordpress.com/2011/04/06/ggz-graaiers-gauwdieven-en-zakkenvullers/
2011: https://aadverbaast.wordpress.com/2010/11/28/zin-pgb-awbz-en-wmo-zin-onzin-gebruik-en-misbruik-2/
2011: https://aadverbaast.wordpress.com/2010/11/14/vissen-in-de-vijver-van-verpleeghuizen/
2011: https://aadverbaast.wordpress.com/2011/10/01/het-pgb-en-de-vraaguitval/
2011: https://aadverbaast.wordpress.com/2011/01/20/mantelzorgcompliment-een-veeg-uit-de-pan/
2011: https://aadverbaast.wordpress.com/2011/01/04/zin-en-onzin-van-het-pgb-2/
2010: https://aadverbaast.wordpress.com/2010/03/15/pgb-en-zorgboerderijen-misbruik-van-en-in-de-zorg-2/
2007: https://aadverbaast.wordpress.com/2007/12/02/alzheimer-misbruik-door-diefstal-onder-volmacht-2/