Aad Verbaast

te gek voor woorden eigenlijk

Tag archief: Israëlieten

De conclusie: een ontluisterend Godsbeeld

scheppingadam_grt

Deel 25 uit de serie: Omtrent Het Oude Testament. En daarmee ook het laatste deel uit deze bloedstollende feuilleton. In de introductie van deze serie gaf ik aan waarom ik er behoefte aan had om (een gedeelte van) het OT maar eens te gaan fileren.

Het doel was een beeld van God te krijgen zoals Hij is beschreven in de bijbel, de “Waarheid”. Eigenlijk door Hemzelf aan ons verteld, als ik de gelovigen mag geloven. “Gods woord” claimen ze.

Juist omdat het beeld wat de diep-gelovigen aan de minder diep-gelovigen en ongelovigen voorhouden bij mij geen enkele herkenning opriep als ik hun bijbel er diagonaal op nasloeg. Kon ik me zo vergissen?

Waar vind ik bijvoorbeeld “God is Liefde”, de “Almachtigheid van de Liefde”, de “Vergevingsgezinde”, de “Barmhartige”, de God die “geen onderscheid maakt”? Hoe vaak heb ik het niet moeten horen?

Inmiddels de eerste 5 boeken doorgeworsteld te hebben, zijn voor mij die vragen wel beantwoord.

Niet per toeval die eerste 5 boeken. Samen (Thora, Pentateuch) vormen ze het fundament voor het Joodse geloof. En ook voor het christelijke geloof, voor zover het het Godsbeeld betreft.

De eerste ontluisterende conclusie die ik helaas moet trekken: die prachtige, geroemde, en vaak geciteerde eigenschappen zijn daar helemaal niet te vinden! Geen enkel spoor zelfs!

Hij blijkt wel een hele serie eigenschappen te hebben die een volkomen tegengesteld beeld geven.
Hier dus maar een lijstje zoals ik ze ben tegenkomen en heb beschreven in de blogs (2-24) uit deze serie:

Slechte architect: ‘intelligent design’ was zeker niet zijn ‘forte’.
Ging meteen met het paradijs al mis immers. Barstensvol ontwerpfouten!

Slechte manager, slecht leider:
– Geen visionair, slecht strateeg.
– Maakt standaard foute keuzen.
– Gaat geheel Zijn eigen gang.
– Management by absence.
– Management by terror.
– Slecht luisteraar. Pikt noden zelden op.
– Zorgt vooral goed voor Zichzelf. Werkt enkel voor de eigen bonus.
– Omringt zich met grote luxe, ten koste van zijn onderdanen.
– Geen vermogen tot enige zelfreflectie, miniem zelfinzicht.

Lastige persoonlijkheidskenmerken/persoonlijkheidsstoornissen:
– Machtswellusteling, potentaat, dictator.
– Koppig, eigenwijs, slecht verliezer.
– Wreed, bruut, pestkop.
– Jaloers, onzeker.
– Zuurpruim, azijnpisser, gifkikker.
– Geen enkel gevoel voor humor.
– Geen enkel relativeringsvermogen.
– Miniem EQ, IQ: twijfelachtig. Hoe dom kan je soms/regelmatig zijn?
– Uitgesproken narcist: omringt zich met aanbidders, mensen met kritiek worden uitgesloten.
– Omringt zich consequent met de verkeerde ‘aanbidders’: moordenaars, oplichters, lover boys en zuipschuiten.
– Gewetenloos.
– Egoïstisch, egocentrisch.

Machtsmisbruiker:
– Schender van mensenrechten, oorlogsmisdadiger, beul, folteraar
– Schuwt genocide niet om zijn gelijk te krijgen.
– Schuwt etnische zuiveringen niet om zijn uitverkoren volk een plekje te laten verwerven.
– Is bereid onnodig volkeren en economieën ten gronde te richten om ze een lesje te leren.
– Is bereid het eigen volk af te slachten om ze een lesje te leren.
– Geen respect voor andere culturen, cultuurbarbaar.

 
Tja, beste lezer. Moet ik nog even doorgaan? Niet een lijstje om vrolijk van te worden. Dat bestaat toch niet!?

En kom dan daarmee toch weer op de vraag of God nou wel of niet bestaat.

Als hij niet bestaat is er geen vuiltje aan de lucht. Er zijn wel meer vreemde mythische personen/goden en sprookjesfiguren bedacht door de eeuwen heen. Veelal juist niet van onbesproken gedrag. Op zich best vermakelijk.

Toch geloven hele volksstammen dat Hij wel bestaat. En die mensen willen mij, veelal met hoge zendingsdrang, doen geloven dat Hij echt bestaat. Altijd bestaan heeft. Wie is Hij dan? De figuur die naar hun zeggen nauwkeurig en zorgvuldig beschreven is in de bijbel.

Maar na deze uitgebreide zoektocht, is het bij mij niet meer de vraag of Hij wel of niet bestaat.

Veel belangrijker: ik moet er niet aan denken dat Hij echt bestaat!! God verhoede!! God bewaar me!!

Toch wel weer een verbijsterende (eind)conclusie/gedachte/overweging…

 
P.S. Met dit blog rond ik deze lange serie af. Ik dank de reaguurders en reageerders voor de aandacht en boeiende en meest leerzame reacties. 1000-en..
P.S. Plaatje: http://www.statenvertaling.net/kunst/grootbeeld/66.html
P.S. alle verschenen blogs (25) in deze serie zijn te vinden in de rechterkolom onder het kopje: “Omtrent het Oude Testament”

Van Exodus via Leviticus en Numeri naar Deuteronomium

dewit_mozes_70oudsten1737_grt

Deel 24 uit de serie: Omtrent Het Oude Testament. Wat een ongelooflijke bende inmiddels. De stenen tafelen aan gruzelementen, 3000 mensen zonder pardon afgeslacht. En God nog steeds pissig. Wilde Hij eerst nog te midden van zijn volk gaan “wonen”, nu zag Hij dat helemaal niet meer zitten.

“Ik zal u brengen naar het land van melk en honing. Maar zelf trek Ik niet met u mee want u bent zo’n halsstarrig volk dat Ik u onderweg zou kunnen vernietigen.” (Ex 33:3)

“Vernietigen”?! Kijk, met zo’n vriend heb je geen vijanden meer nodig.

Ook Mozes had het eigenlijk helemaal gehad met ‘zijn volk’.
“Mozes sloeg telkens de tent op buiten het kamp, op een behoorlijk afstand” (Ex 33:7).

Wonderlijk genoeg waren God en Mozes nog wel steeds ‘on speaking terms’.

“Toen sprak de HEER tot Mozes. ‘Kap twee stenen platen.. Ik zal er weer dezelfde geboden ingriffen als in de platen die u stukgesmeten hebt. Morgenvroeg moet u klaar zijn, want dan moet u de Sinaï beklimmen.’ ” (Ex 34:1-2).

Jezus! Laat God die ouwe voor de zoveelste keer die hoge berg opklauteren! Nu zelfs met twee zware stenen tafelen op zijn rug. Arme man.
Ook wel een erg flauwe streek van God trouwens. Die stenen tafelen had Mozes natuurlijk ook óp de berg kunnen maken..Of God zelf zelfs, met een vingerknipje.

Boven gekomen gaat God meteen over tot de orde van de dag. Er moest nog menige klus geklaard worden voordat de “Israëlieten” hun “beloofde land” binnen konden trekken.

“Onderhoud wat ik u vandaag voorschrijf. Dan zal ik de Amorieten, Kanaänieten, Hethieten, Perizzieten, Chiwwieten en Jebusieten voor u verdrijven.” (Ex 34:11)

Ja, beste lezer.. Wederom ben ik met stomheid geslagen..

Hadden we al gezien dat God meermalen genocide toepast om zijn zin door te drijven. Nu blijkt dat etnische zuivering hem ook helemaal niet vreemd is. Alles om zijn verkozen Hebreeuwse volk een eigen plek te geven. Door andere volkeren te “verdrijven” en/of uit te roeien?!

Maar is dat niet precies de open zenuw in het “collectieve geheugen” in onze “Joods-Christelijke cultuur”?

En alsof er nog niet genoeg parallellen te vinden zijn, zelfs nog in de zeer recente geschiedenis  : “Breek hun altaren af, sla hun heilige zuilen stuk, en hak hun heilige palen om.” (Ex 34:13)

Iets waar de wereld (terecht) schande van spreekt omdat er geen enkel respect getoond wordt voor andere culturen en cultuuruitingen. God kon dat ook echt niet opbrengen blijkbaar.

“Want u mag geen andere god vereren. De HEER heet de jaloerse. Hij is een Jaloerse God.” (Ex 34:14)

Mag ik even de (pseudo-)psycholoog uithangen? Jaloersheid vindt veelal zijn oorsprong, en wordt gevoed door onzekerheid. “Almachtig” en onzeker.. Spannende (en dus) gevaarlijke combinatie toch? Levensgevaarlijk zelfs. Dat had Hij al bewezen.

Maar om zeker te zijn van zijn eeuwigheidswaarde “.. sprak de HEER tot Mozes: ‘stel deze woorden op schrift, want op grond van deze woorden sluit Ik met u en met Israël een verbond.” (Ex 34:27)

Mozes had het er maar weer druk mee dat allemaal op schrift te stellen.. “Mozes bleef daar 40 dagen en veertig nachten (al weer!!), zonder te eten of te drinken.” (Ex 34:28)

Arme man, en ouwe taaie hoor! Een beetje normaal mens, was zonder drinken al lang aan versterving de pijp uitgegaan..

“En de HEER grifte de woorden van het verbond, de geboden, in de stenen platen.” (Ex 34:28)

Tja, en dan lees ik verder.. van Exodus, naar Leviticus, naar Numeri, en vervolgens Deuteronomium.

En dan snap je wel een beetje wat Mozes daar allemaal moest consumeren (nee, geen voedsel noch water) aan ‘geestelijk voedsel’. Boeken vol!

God legde even tot in groot detail en haarfijn uit waar je allemaal aan moest voldoen om bij hem in de gratie te mogen blijven.
Je mocht, nee je moest, in hem blijven geloven terwijl je je tegelijkertijd moest houden aan een dikke stapel strikte voorwaarden.

Ruim 600 (!!) voorschriften en leefregels. Inclusief straffe straffen als je je er niet aan houdt.
Doodstraf, steniging, uitroeiing, afslachting etc was Hem niet vreemd immers.

Over duivelse dilemma’s gesproken..

Ze staan allemaal beschreven in het (3e) boek Leviticus. En nog eens dunnetjes overgedaan in het (5e) boek Deuteronomium. Kort samengevat ook wel de Mitswa/Mitswot genoemd. Ik ga ze hier niet allemaal beschrijven/herhalen, de lezer zal dat begrijpen.  Hier het hele lijstje.

Het joodse geloof baseert zich voornamelijk op de eerste 5 boeken van de bijbel. Samen ook wel de Thora of Pentateuch genoemd. God had daarmee zijn punt wel gemaakt. De rest is ‘historie’ immers.

Blijft dus over om nog even het 4e boek Numeri aan te stippen. Het verhaalt over de laatste tientallen jaren van die 40 jaar (onnodig lang) durende reis door de woestijn.

Met daarin nog weer een serie rotstreken van God. Die maar bleef mopperen over “het halsstarrige volk”, dat nog wel eens wilde mopperen. Niet vreemd toch als je 40 jaar door die zandbak aan het rondtrekken bent?

Ik pik er twee uit ter illustratie..

Er werd gemopperd omdat er geen vlees genoeg was (Nu 11). God werd daar weer moedeloos van. Liet het weer kwartels regenen (Nu 11:31). Maar toen hij de onverzadigbaarheid en gulzigheid van het volk zag die die kwartels aan het rapen waren schoot het Hem weer het verkeerde keelgat in.

Reden voor hem om weer helemaal los te gaan tegen zijn eigen volk!
“Het vlees zat nog tussen hun tanden, niet fijngekauwd, toen de HEER al in toorn tegen het volk ontstak en een zeer grote slachting onder hen aanrichtte.” (Nu 11:33).

Nee, enige empathie en/of begrip voor de noden van het volk zijn hem volkomen vreemd. Meteen afslachten die lui!

Maar dan: eindelijk (na 40 jaar..) aangekomen in de buurt van “het land dat overvloeit van melk en honing” worden er verkenners uitgestuurd om alvast even een kijkje te gaan nemen. Bloedje-nieuwsgierig toch?

Niet vreemd dat ze toch wel een beetje huiverden bij de gedachte daar naar binnen te moeten trekken. Geen verrassing toch dat andere volkeren dat land ook al veel eerder ontdekt hadden? Rijke en krachtige volkeren inmiddels..
God werd echter weer woedend, omdat hij het zag als twijfel aan zijn woord dat Hij die lui wel even dat land uit zou knikkeren..

Tja, daar moet je niet bij mee aankomen immers. Zeer lange teen van Hem.

Hij had het weer helemaal met ze gehad. “De HEER sprak tegen Mozes en Aäron: Mijn geduld met deze verdorven gemeenschap die tegen Mij mort, is uitgeput!” (Nu 14:26-27).

Om vervolgens zijn eigen belofte (de slaven uit Egypte te brengen naar het beloofde land) te breken:
“In deze woestijn zullen de lijken liggen van allen die tegen Mij hebben gemord, van alle ingeschreven, van ieder boven de 20 jaar.” (Nu 14:29).

Kortom: enkel kinderen die onderweg in de woestijn geboren zijn, mogen er nog in. De ouderen (inclusief Mozes, en de ‘bevrijde’ slaven uit Egypte), mogen er niet in van Hem!
In het zicht van de haven, wel kijken niet aankomen..

Ja, beste lezer.. Hoe wreed kan je zijn.. Wat een valsheid! Wat een bruut.

Ik heb het nu echt helemaal met Hem gehad. Ook “mijn geduld …. is uitgeput” inmiddels.
Het beeld wat ik me van Hem wilde vormen (wat de inzet was van deze zoektocht) is inmiddels wel overduidelijk naar mijn gevoel.

Rest dus nog een laatste blog waar ik deze serie mee wil afronden. En de persoonlijkheid van God zal schetsen zoals ik Hem inmiddels heb leren kennen. Met verbijsterende conclusies.

 
P.S. Binnenkort (laatste) deel 25: De conclusie: een ontluisterend Godsbeeld
P.S. Plaatje: http://www.statenvertaling.net/kunst/grootbeeld/972.html
P.S. alle verschenen blogs in deze serie zijn te vinden in de rechterkolom onder het kopje: “Omtrent het Oude Testament”

Massaslachting door een Gouden Kalf

poussin_goudenkalf_grt

Deel 23 uit de serie: Omtrent Het Oude Testament.  Heel gedoe voor Mozes (80) om die hoge berg weer af te klauteren met twee “stenen tafelen” en dozen vol instructies. 40 dagen weggeweest. Ja, dan kijk je wel uit naar een warm onthaal. Hoe kan je van een koude kermis thuiskomen!

God mag dan wel een fijne neus gehad hebben voor de lucht van brandend vlees, Hij heeft minder kaas gegeten van het kiezen van de juiste vrienden.
Dat begon natuurlijk al met Adam en Eva, toen Kaïn de broedermoordenaar, Noach de zuipschuit, Abraham de loverboy, Jacob de oplichter, en Mozes. Een moordenaar  en slecht redenaar.

“Slecht redenaar” ja, maar daarom had God juist Aäron (de broer van Mozes) toegevoegd aan Gods kleine kring van intimi:
“Ik weet dat hij een goed spreker is.. Ik zal u beiden bijstaan als u moet spreken en u ingeven wat u moet doen. Laat hem in uw plaats spreken tot het volk..” (Ex 4:14-16).
Dat was nog in Egypte.. Toen leek alles nog koek en ei….

Maar nu? Mozes had 40 dagen lang ademloos aan de lippen van God gehangen, boven op die berg.
Aäron had het volk dus moeten toespreken. Zijn forte volgens God. Waar God grenzeloos vertrouwen in had…

Hoe kon Hij zich (weer) vergissen!

En “bijstaan” van Aäron door God was er ook niet bij, Hij was veel te druk bezig het ontwerp van zijn tent  aan Mozes uit te leggen. Hoorde of zag niets meer.. En had het “ingeven” dan ook helemaal verzuimt…
Met enorme gevolgen!

Want ondertussen:
“Toen Mozes maar wegbleef en niet naar beneden kwam, verdrong het volk zich om Aäron en eiste: “Maak een God voor ons die voor ons uit kan gaan.” (Ex 32:1)

Je zou toch verwachten, dat met het vermeende redenaarstalent van Aäron hij “het volk” wel tot andere gedachten kon brengen..
Nee, dus, zonder enige vorm van protest (!) kwam Aäron onmiddellijk in actie.

“Aäron antwoordde hun: Laat uw vrouwen, uw zonen en dochters de gouden oorringen uitdoen..en breng ze hier. Toen deed iedereen zijn gouden oorringen uit en bracht die bij Aäron. Deze nam ze in ontvangst, bond ze in een buidel en maakte er een stierkalf van.” (Ex 32:2-3)

En ze maakten ook nog even snel een altaar voor het beeld (Ex 32:5). Konden ze ook lekker offeren..
En bouwden met zijn allen een dik feest. Eindelijk wat te vieren!

God kreeg er, te laat maar, toch lucht van. Dat dan weer wel. En werd woedend!
“Laat mij begaan, dan zal ik hen in mijn brandende toorn vernietigen.” (Ex 32:10)
Ja, ja, als ie boos is dan berg je maar..

Mozes (nog steeds op de berg) kon hem nog wel wat tot bedaren brengen. Hem gelukkig van zijn volgende  genocide afhouden.(Ex 32:11-14). Een geluk bij een ongeluk?

Maar ja, God kon dan wel wat gekalmeerd zijn, Mozes was er des te woedender om geworden.
“Toen Mozes dichter bij het kamp kwam, zag hij het stierkalf en het gedans. Hij werd razend en smeet de platen (van die 10 geboden weet je nog wel, waar God zo hard op gezwoegd had die daar in te krassen) tegen de voet van de berg aan stukken” (Ex 32:19).

Ja, die Mozes weet ook van wanten hoor.
“Toen greep hij het beeld dat zij gemaakt hadden, gooide het in het vuur, verpulverde het, strooide de as in het water, en liet dat de Israëlieten drinken.” (Ex 32:20)

Jezus, dat gaat toch wel erg ver hoor.
Zonde van al dat goud toch? Had daar dan weer oorbelletjes of zo van gemaakt denk ik dan.

Maar ja, daarmee was Mozes er nog niet klaar mee, en sprak:
“Wie voor de HEER is, kom hierheen! Toen al de Levieten zich bij hem voegde zei Hij tegen hen: Zo spreekt de HEER, Israëls God (blijkbaar was God nu wel overgegaan tot “ingeven”..): Iedereen moet zijn zwaard aangespen. Doorkruis het kamp van poort tot poort en sla iedereen neer, al is het uw broer, uw vriend of bloedverwant.” (Ex 32:27)

“De Levieten deden wat Mozes hun bevolen had en zo kwamen er die dag ongeveer drieduizend mensen om.” (Ex 32:28)

Ja, beste lezer, al weer zo’n groots en afgrijselijk bloedbad, nu zelfs in hun eigen vluchtelingenkamp.
Onder het eigen volk, onder de eigen “legers” nog wel.

Dit hierboven allemaal analyserend moet ik al weer concluderen dat God dit toch allemaal had kunnen voorkomen. Had Hij maar wat beter opgelet, betere vrienden/werknemers gekozen, hun betere “ingevingen” gegeven, betere besluiten had genomen. Kortom: was maar een beetje een betere ‘manager’ geweest.
Maar nee..

Geen spoor overigens te ontdekken dat Hij het daar wel een beetje met me over eens is.

Nee, lessen leren uit zijn eigen spoor van vernielingen als manager is echt niet een eigenschap die ik bij Hem kunnen ontdekken. Niet eens een vleugje..

Zou ik zijn meerdere geweest, dan had ik Hem al lang ontslagen! De deur gewezen. Echt!
Maar ja, klassiek voorbeeld van “life-time-employement”. Vast gebakken zijn aan het eigen pluche.

Het zal dan ook wel niet het laatste drama zijn dat Hij veroorzaakt. Maar daarover een volgende keer.

P.S. Binnenkort deel 24. Van Exodus naar Leviticus
P.S.: plaatje: http://www.statenvertaling.net/kunst/grootbeeld/269.html
P.S. alle verschenen blogs in deze serie zijn te vinden in de rechterkolom onder het kopje: “Omtrent het Oude Testament”

God wil ook gaan kamperen

Tabernakel_en_legerkamp

Deel 22 uit de serie: Omtrent Het Oude Testament. God had Mozes weer eens de berg laten bestijgen. Niet zo maar. Hij zou er veertig dagen blijven voor een ‘onderonsje’ met God. Daar moet zich heel wat afgespeeld hebben!

Geen minuut te verliezen. Dit was het eerste wat God daar tegen Mozes zei: “Zeg tegen de Israëlieten dat zij een bijdrage aan mij moeten afstaan.. Het volgende kunt u van hen in ontvangst nemen: goud, zilver en brons, .. kornalijn en edelstenen..” (Ex 25,-2-7, voor de complete lijst van superluxe goederen).

Goed dat Mozes nog aan het uithijgen was van zijn beklimming en niet meteen weer naar beneden stoof om ze dat te gaan vertellen. God was nog lang niet klaar zo zou blijken.

Snel werd al wel al duidelijk waarom God dit gebood. “Dan kan men voor Mij een heiligdom bouwen en zal ik in hun midden wonen” (Ex 25,8)

Jeetje, God had zo maar besloten om mee te gaan kamperen met zijn rondreizende “legers”? Verrassend toch?

Zo’n God gaat natuurlijk niet in bungalowtentje van de Vrijbuiter  “wonen”. Zo wilde hij zijn ware gezicht niet tonen. Hij had er al goed over nagedacht: “Bij de verblijfplaats en de hele inventaris moet u zich zorgvuldig houden aan het model dat ik u tonen zal.” (Ex 25:9).

Vervolgens gaat hij helemaal los. God blijkt een begenadigd architect en ‘interior designer’ te zijn met een ongelooflijk gevoel voor luxe en detail. Hij laat werkelijk niets aan het toeval over. Het zou veel te ver voeren die hier allemaal over te nemen. De lezer kan ze nalezen in Exodus 25, 26, 27, 28, 29 en 30. (!!!) Aanrader, je komt echt niet meer bij namelijk.
Een korte samenvatting om een beetje een beeld te krijgen.

De inventaris: een luxe ark om “het verbond” in op te bergen: Alles goud wat er blinkt. Alle schotels, schalen, kannen en kommen (allemaal van zuiver goud) staan op een tafel van “acaciahout” (vind ze maar eens daar) bedekt met goud. “U moet ook een luchter maken, van zuiver goud.” Niet zomaar een luchtertje trouwens. De vorm en vele versierselen worden minutieus voorgeschreven (Ex 25:31-40). En een altaar natuurlijk. Bekleed met brons. Met een brozen hek als afrastering.
Je wilt natuurlijk nooit in het donker zitten. Niet zomaar een olielampje, nee met “.. zuivere olie uit gestoten olijven.” (Ex 27:20). Kom er nog maar eens om in de woestijn.

De tent: luxe stoffen, weelderig voorzien “rijk borduurwerk”. De banen aan elkaar gezet met “gouden haken”. Schotten en balken bedekt met goud. Zilveren voetstukken. De ‘voortent’ mocht wel iets minder luxe zijn. Zilver ipv goud, brons ipv zilver. Om niet nat te worden (kan nog wel eens flink hozen in de woestijn) meer dan dubbeldeks.”..gelooide ramsvellen en..daaroverheen.. fijn leer.” (Ex 26:14), plafond van geitenharen banen. (Ex 26:7). Geeft toch dat gewenste rustieke sfeertje en het thuisgevoel als je onderweg bent.

Campingkleding: Je gaat in zo’n tent natuurlijk niet bezoeken in een “campingsmoking” rondlopen. Strikte kledingvoorschriften!
Priesterlijk gewaden (“Efod”). Orakeltas, bewerkt tuniek, hoofddeksel en gordel. Wederom “rijk geborduurd” en minstens zo rijk gelardeerd met een keur aan edelstenen. “Rijen”. Veelal gegraveerd.
“Kettinkjes van zuiver goud in de vorm van gevlochten snoeren”.
Aäron krijgt zelfs een speciale ‘muts. Met daarop een “bloem van zuiver goud” met daarop weer een zegel met de gravure: “Gewijd aan de Heer” (Ex 28:36). Hij mocht het eens vergeten..

De bezoekregeling: kijk, in zo’n geval ga je natuurlijk niet in je voortent zitten om met zo maar iedereen een praatje te maken op de camping. God stelde strikte eisen wie wel en wie niet naar binnen mocht. Dat waren er maar een paar. Mozes (natuurlijk) en Aäron en zijn zonen. “Priesters” zouden ze heten. Een privilege wat overigens van vader op zoon zou overgaan. (Ex 29)

De BBQ: Dat God een fijnproever was hadden we al eerder gezien. Uitgebreide instructies wat en hoe iets te eten en te offeren bij de tent. (Ex 29), inclusief voorschriften hoe de boel weer schoon te maken voor de volgende ronde.

Stageld: Je staat er natuurlijk niet voor niets moet God gedacht hebben. Dus Hij gaf op de valreep nog even instructies voor een belastingstelsel.
“Als u de Israëlieten registreert en hun aantal opneemt, moet ieder van hen bij de registratie een losgeld betalen voor zijn leven.” (Ex 30:11).
Voor een goed doel natuurlijk: “Het losgeld .. komt ten goede aan de tent van samenkomst.” (Ex 30:16).
Had Hij ze eerder al uitgekleed (zie hierboven) voor de bouw, zet Hij er ook nog eens een extra premie bovenop voor de onderhoudskosten. Een unieke vondst!

Na Mozes nog even gewezen te hebben op het belang van de sabbat (“Iedereen die op de sabbat werkt, moet onverbiddelijk ter dood gebracht worden” Ex 30:15) had God zijn punt wel zo’n beetje gemaakt. Mag ook wel na 40 dagen lang instructies geven..

“Toen de Heer op de berg Sinaï zijn woorden tot Mozes beëindigd had, overhandigde Hij hem de twee platen van het verbond, stenen platen, door Gods vinger beschreven.” (Ex 31:18).

Respect voor Mozes. 80 jaar en die berg weer naar beneden klauteren, nu zwaar beladen met twee stenen platen en al die voorschriften. Wat een conditie! Wat een krachtpatser!

Hij moet zich ongetwijfeld verheugd en verkneukeld hebben op een glorieuze ontvangst.
Hoe kan je van een koude kermis thuiskomen! Maar daarover een volgende keer.

P.S. Binnenkort deel 23: Een gouden kalf? .
P.S.: plaatje: http://www.christipedia.nl/Artikelen/T/Tabernakel  .
P.S. alle verschenen blogs in deze serie zijn te vinden in de rechterkolom onder het kopje: “Omtrent het Oude Testament”

De 10 onnodige plagen van Egypte

Death_of_the_Firstborn_Alma_Tadema

Deel 18 uit de serie: Omtrent Het Oude Testament. Één van de meest bizarre verhalen in de Bijbel. God kiest er voor om een het Egyptische volk onnodig tot op het bot te martelen puur om zelf naam te maken. Vreemde stelling? Nee, de bijbel laat er geen twijfel over bestaan.

Dat God het plan had opgevat om “..mijn legers (!!) , mijn volk.., weg( te)leiden uit Egypte” (Ex 7:3-4) is nog voorstelbaar. Ze hadden immers al 400 (!) jaar in slavernij moeten leven daar. Terwijl God ze een land “land dat overvloeit van melk en honing” (Ex 3:17) beloofd had. En dat land lag heel ergens anders. Belofte maakt schuld. Beter laat dan nooit.

Maar Hij had dat natuurlijk (gezien zijn machtige mogelijkheden) op een elegante manier kunnen oplossen. Daar kiest Hij echter in het geheel niet voor.

Hij kiest voor het volgende: “Dan zal Ik de farao halsstarrig maken. De farao zal niet naar u luisteren, maar Ik zal Egypte mijn kracht laten voelen, .. dat Ik zwaar zal straffen.” (Ex 7:3-4)

Wacht even..

Hij kiest er dus voor de farao “halsstarrig” (in plaats van meegaand wat dan ook had gekund lijkt me) te maken om hem zwaar te kunnen straffen? En niet alleen de farao (ook nog ergens voorstelbaar) maar met hem het hele volk?

Wat voor een uiterst vreemde kronkel is dat in Zijn gedachten?
Met welke motivatie in Godsnaam? Maar ook dat wordt toegelicht:

“.. want ik maak hem en zijn hovelingen onwillig, zodat Ik mijn tekenen voor hen kan verrichten. Dan kunt u later aan uw kinderen en kleinkinderen hoe Ik tegen de Egyptenaren ben opgetreden en welke tekenen Ik onder hen aangericht heb. Zo zult u weten dat Ik de HEER ben.” (Ex 10 1-2).

En: “Ik had al eerder mijn hand kunnen uitsteken en uw onderdanen kunnen slaan met de pest, dan zou u van de aarde verdwenen zijn. Maar Ik heb u in leven gelaten om u mijn kracht te laten zien en om mijn naam bekend te laten worden over heel de aarde.” (Ex 9:15-16).
“Dan zult u weten dat er op de hele wereld niemand mijn gelijke is.” (Ex 9:14).

Ah, dus dat is de ware motivatie van Hem. Puur eigenbelang. Klassiek staaltje van “personal branding” dat zijn weerga niet meer zou kennen in de wereldgeschiedenis.

Daar mag blijkbaar een heel volk voor worden gemarteld en (grotendeels) gedood, en een compleet land met de grond gelijk gemaakt worden. Bizar. Meer kan ik er niet van maken.

En Hij gaat vervolgens helemaal los. 10 onnodige plagen werden over het Egyptische volk uitgestort.

Plaag 1: “Voor de ogen van de farao.. hief hij zijn staf op, sloeg op het water van de Nijl en al het water.. werd bloed. De vissen stierven, de Nijl begon te stinken en de Egyptenaren konden het water.. niet meer drinken.” (Ex 7:20-21).
Plaag 2: “.. Er kwamen kikkers, die heel Egypte overstroomden.” (Ex 8:2)

Nog niet erg indrukwekkend voor de farao trouwens. De magiërs van Egypte hadden deze trucs ook al in hun repertoire. (Ex 7:22 en Ex 8:3).

Plaag 3: “heel Egypte was in muggen veranderd.” (Ex 8:13)
Plaag 4: “Het land was van de steekvliegen vergeven.” (Ex 8:20
Plaag 5: veepest. “Al het vee van de Egyptenaren kwam om” (Ex 9:6)
Plaag 6: “..mensen en dieren kregen builen die openbarsten en gingen etteren.” (Ex 9:10)
Plaag 7: “Op alle mensen en dieren die buiten staan en niet onderdak zijn, zal de hagel neerslaan en zij zullen omkomen” (Ex 9:19).
Plaag 8: Sprinkhanen “Ze bedekten heel de oppervlakte.. in heel Egypte geen groen meer over.” (Ex 10:15)
Plaag 9: duisternis: “.. drie dagen lang kon niemand een voet verzetten.” (ex 10:23).

En na elke keer lees ik weer (of woorden van gelijke strekking): “Maar de HEER maakte de farao halsstarrig en hij wilde de Israëlieten niet laten gaan” (voorbeeld: Ex 10:27).

Tja beste lezer, ik moet bekennen dat ik misselijk wordt bij de gedachte. God kiest ervoor om de leider van een volk “halsstarrig” te maken om zo doende het hele volk (die er niet voor verantwoordelijk was) telkens weer op barbaarse wijze te straffen. Alleen om naam te krijgen in de wereld!

Welk signaal geef je daarmee in godsnaam af?!

Inmiddels was heel Egypte inmiddels ten gronde gericht. Land, mens en dier.

Maar nog niet genoeg. God houdt wel van ronde getallen.
Plaag 10 moest er nog even overheen om de boel af te maken.

“Het was midden in de nacht toen de HEER al de eerstgeborenen van Egypte sloeg, vanaf de eerstgeborene van de farao, .. , tot aan de eerstgeborenen van het vee.” “.. een luid geschreeuw klonk over Egypte, want er was geen huis zonder dode.” (Ex 12:29)

Het was de ultieme doodsklap. De Israëlieten mochten uiteindelijk vertrekken.

Maar daarover een volgende keer.

 
P.S. Binnenkort deel 19: Met 600.000 man de woestijn in. Feest!
P.S.: plaatje komt hier vandaan: http://nl.wikipedia.org/wiki/De_dood_van_de_eerstgeborene_van_de_Farao
P.S. alle verschenen blogs in deze serie zijn te vinden in de rechterkolom onder het kopje: “Omtrent het Oude Testament”