Aad Verbaast

te gek voor woorden eigenlijk

Tag archief: exodus

De conclusie: een ontluisterend Godsbeeld

scheppingadam_grt

Deel 25 uit de serie: Omtrent Het Oude Testament. En daarmee ook het laatste deel uit deze bloedstollende feuilleton. In de introductie van deze serie gaf ik aan waarom ik er behoefte aan had om (een gedeelte van) het OT maar eens te gaan fileren.

Het doel was een beeld van God te krijgen zoals Hij is beschreven in de bijbel, de “Waarheid”. Eigenlijk door Hemzelf aan ons verteld, als ik de gelovigen mag geloven. “Gods woord” claimen ze.

Juist omdat het beeld wat de diep-gelovigen aan de minder diep-gelovigen en ongelovigen voorhouden bij mij geen enkele herkenning opriep als ik hun bijbel er diagonaal op nasloeg. Kon ik me zo vergissen?

Waar vind ik bijvoorbeeld “God is Liefde”, de “Almachtigheid van de Liefde”, de “Vergevingsgezinde”, de “Barmhartige”, de God die “geen onderscheid maakt”? Hoe vaak heb ik het niet moeten horen?

Inmiddels de eerste 5 boeken doorgeworsteld te hebben, zijn voor mij die vragen wel beantwoord.

Niet per toeval die eerste 5 boeken. Samen (Thora, Pentateuch) vormen ze het fundament voor het Joodse geloof. En ook voor het christelijke geloof, voor zover het het Godsbeeld betreft.

De eerste ontluisterende conclusie die ik helaas moet trekken: die prachtige, geroemde, en vaak geciteerde eigenschappen zijn daar helemaal niet te vinden! Geen enkel spoor zelfs!

Hij blijkt wel een hele serie eigenschappen te hebben die een volkomen tegengesteld beeld geven.
Hier dus maar een lijstje zoals ik ze ben tegenkomen en heb beschreven in de blogs (2-24) uit deze serie:

Slechte architect: ‘intelligent design’ was zeker niet zijn ‘forte’.
Ging meteen met het paradijs al mis immers. Barstensvol ontwerpfouten!

Slechte manager, slecht leider:
– Geen visionair, slecht strateeg.
– Maakt standaard foute keuzen.
– Gaat geheel Zijn eigen gang.
– Management by absence.
– Management by terror.
– Slecht luisteraar. Pikt noden zelden op.
– Zorgt vooral goed voor Zichzelf. Werkt enkel voor de eigen bonus.
– Omringt zich met grote luxe, ten koste van zijn onderdanen.
– Geen vermogen tot enige zelfreflectie, miniem zelfinzicht.

Lastige persoonlijkheidskenmerken/persoonlijkheidsstoornissen:
– Machtswellusteling, potentaat, dictator.
– Koppig, eigenwijs, slecht verliezer.
– Wreed, bruut, pestkop.
– Jaloers, onzeker.
– Zuurpruim, azijnpisser, gifkikker.
– Geen enkel gevoel voor humor.
– Geen enkel relativeringsvermogen.
– Miniem EQ, IQ: twijfelachtig. Hoe dom kan je soms/regelmatig zijn?
– Uitgesproken narcist: omringt zich met aanbidders, mensen met kritiek worden uitgesloten.
– Omringt zich consequent met de verkeerde ‘aanbidders’: moordenaars, oplichters, lover boys en zuipschuiten.
– Gewetenloos.
– Egoïstisch, egocentrisch.

Machtsmisbruiker:
– Schender van mensenrechten, oorlogsmisdadiger, beul, folteraar
– Schuwt genocide niet om zijn gelijk te krijgen.
– Schuwt etnische zuiveringen niet om zijn uitverkoren volk een plekje te laten verwerven.
– Is bereid onnodig volkeren en economieën ten gronde te richten om ze een lesje te leren.
– Is bereid het eigen volk af te slachten om ze een lesje te leren.
– Geen respect voor andere culturen, cultuurbarbaar.

 
Tja, beste lezer. Moet ik nog even doorgaan? Niet een lijstje om vrolijk van te worden. Dat bestaat toch niet!?

En kom dan daarmee toch weer op de vraag of God nou wel of niet bestaat.

Als hij niet bestaat is er geen vuiltje aan de lucht. Er zijn wel meer vreemde mythische personen/goden en sprookjesfiguren bedacht door de eeuwen heen. Veelal juist niet van onbesproken gedrag. Op zich best vermakelijk.

Toch geloven hele volksstammen dat Hij wel bestaat. En die mensen willen mij, veelal met hoge zendingsdrang, doen geloven dat Hij echt bestaat. Altijd bestaan heeft. Wie is Hij dan? De figuur die naar hun zeggen nauwkeurig en zorgvuldig beschreven is in de bijbel.

Maar na deze uitgebreide zoektocht, is het bij mij niet meer de vraag of Hij wel of niet bestaat.

Veel belangrijker: ik moet er niet aan denken dat Hij echt bestaat!! God verhoede!! God bewaar me!!

Toch wel weer een verbijsterende (eind)conclusie/gedachte/overweging…

 
P.S. Met dit blog rond ik deze lange serie af. Ik dank de reaguurders en reageerders voor de aandacht en boeiende en meest leerzame reacties. 1000-en..
P.S. Plaatje: http://www.statenvertaling.net/kunst/grootbeeld/66.html
P.S. alle verschenen blogs (25) in deze serie zijn te vinden in de rechterkolom onder het kopje: “Omtrent het Oude Testament”

Van Exodus via Leviticus en Numeri naar Deuteronomium

dewit_mozes_70oudsten1737_grt

Deel 24 uit de serie: Omtrent Het Oude Testament. Wat een ongelooflijke bende inmiddels. De stenen tafelen aan gruzelementen, 3000 mensen zonder pardon afgeslacht. En God nog steeds pissig. Wilde Hij eerst nog te midden van zijn volk gaan “wonen”, nu zag Hij dat helemaal niet meer zitten.

“Ik zal u brengen naar het land van melk en honing. Maar zelf trek Ik niet met u mee want u bent zo’n halsstarrig volk dat Ik u onderweg zou kunnen vernietigen.” (Ex 33:3)

“Vernietigen”?! Kijk, met zo’n vriend heb je geen vijanden meer nodig.

Ook Mozes had het eigenlijk helemaal gehad met ‘zijn volk’.
“Mozes sloeg telkens de tent op buiten het kamp, op een behoorlijk afstand” (Ex 33:7).

Wonderlijk genoeg waren God en Mozes nog wel steeds ‘on speaking terms’.

“Toen sprak de HEER tot Mozes. ‘Kap twee stenen platen.. Ik zal er weer dezelfde geboden ingriffen als in de platen die u stukgesmeten hebt. Morgenvroeg moet u klaar zijn, want dan moet u de Sinaï beklimmen.’ ” (Ex 34:1-2).

Jezus! Laat God die ouwe voor de zoveelste keer die hoge berg opklauteren! Nu zelfs met twee zware stenen tafelen op zijn rug. Arme man.
Ook wel een erg flauwe streek van God trouwens. Die stenen tafelen had Mozes natuurlijk ook óp de berg kunnen maken..Of God zelf zelfs, met een vingerknipje.

Boven gekomen gaat God meteen over tot de orde van de dag. Er moest nog menige klus geklaard worden voordat de “Israëlieten” hun “beloofde land” binnen konden trekken.

“Onderhoud wat ik u vandaag voorschrijf. Dan zal ik de Amorieten, Kanaänieten, Hethieten, Perizzieten, Chiwwieten en Jebusieten voor u verdrijven.” (Ex 34:11)

Ja, beste lezer.. Wederom ben ik met stomheid geslagen..

Hadden we al gezien dat God meermalen genocide toepast om zijn zin door te drijven. Nu blijkt dat etnische zuivering hem ook helemaal niet vreemd is. Alles om zijn verkozen Hebreeuwse volk een eigen plek te geven. Door andere volkeren te “verdrijven” en/of uit te roeien?!

Maar is dat niet precies de open zenuw in het “collectieve geheugen” in onze “Joods-Christelijke cultuur”?

En alsof er nog niet genoeg parallellen te vinden zijn, zelfs nog in de zeer recente geschiedenis  : “Breek hun altaren af, sla hun heilige zuilen stuk, en hak hun heilige palen om.” (Ex 34:13)

Iets waar de wereld (terecht) schande van spreekt omdat er geen enkel respect getoond wordt voor andere culturen en cultuuruitingen. God kon dat ook echt niet opbrengen blijkbaar.

“Want u mag geen andere god vereren. De HEER heet de jaloerse. Hij is een Jaloerse God.” (Ex 34:14)

Mag ik even de (pseudo-)psycholoog uithangen? Jaloersheid vindt veelal zijn oorsprong, en wordt gevoed door onzekerheid. “Almachtig” en onzeker.. Spannende (en dus) gevaarlijke combinatie toch? Levensgevaarlijk zelfs. Dat had Hij al bewezen.

Maar om zeker te zijn van zijn eeuwigheidswaarde “.. sprak de HEER tot Mozes: ‘stel deze woorden op schrift, want op grond van deze woorden sluit Ik met u en met Israël een verbond.” (Ex 34:27)

Mozes had het er maar weer druk mee dat allemaal op schrift te stellen.. “Mozes bleef daar 40 dagen en veertig nachten (al weer!!), zonder te eten of te drinken.” (Ex 34:28)

Arme man, en ouwe taaie hoor! Een beetje normaal mens, was zonder drinken al lang aan versterving de pijp uitgegaan..

“En de HEER grifte de woorden van het verbond, de geboden, in de stenen platen.” (Ex 34:28)

Tja, en dan lees ik verder.. van Exodus, naar Leviticus, naar Numeri, en vervolgens Deuteronomium.

En dan snap je wel een beetje wat Mozes daar allemaal moest consumeren (nee, geen voedsel noch water) aan ‘geestelijk voedsel’. Boeken vol!

God legde even tot in groot detail en haarfijn uit waar je allemaal aan moest voldoen om bij hem in de gratie te mogen blijven.
Je mocht, nee je moest, in hem blijven geloven terwijl je je tegelijkertijd moest houden aan een dikke stapel strikte voorwaarden.

Ruim 600 (!!) voorschriften en leefregels. Inclusief straffe straffen als je je er niet aan houdt.
Doodstraf, steniging, uitroeiing, afslachting etc was Hem niet vreemd immers.

Over duivelse dilemma’s gesproken..

Ze staan allemaal beschreven in het (3e) boek Leviticus. En nog eens dunnetjes overgedaan in het (5e) boek Deuteronomium. Kort samengevat ook wel de Mitswa/Mitswot genoemd. Ik ga ze hier niet allemaal beschrijven/herhalen, de lezer zal dat begrijpen.  Hier het hele lijstje.

Het joodse geloof baseert zich voornamelijk op de eerste 5 boeken van de bijbel. Samen ook wel de Thora of Pentateuch genoemd. God had daarmee zijn punt wel gemaakt. De rest is ‘historie’ immers.

Blijft dus over om nog even het 4e boek Numeri aan te stippen. Het verhaalt over de laatste tientallen jaren van die 40 jaar (onnodig lang) durende reis door de woestijn.

Met daarin nog weer een serie rotstreken van God. Die maar bleef mopperen over “het halsstarrige volk”, dat nog wel eens wilde mopperen. Niet vreemd toch als je 40 jaar door die zandbak aan het rondtrekken bent?

Ik pik er twee uit ter illustratie..

Er werd gemopperd omdat er geen vlees genoeg was (Nu 11). God werd daar weer moedeloos van. Liet het weer kwartels regenen (Nu 11:31). Maar toen hij de onverzadigbaarheid en gulzigheid van het volk zag die die kwartels aan het rapen waren schoot het Hem weer het verkeerde keelgat in.

Reden voor hem om weer helemaal los te gaan tegen zijn eigen volk!
“Het vlees zat nog tussen hun tanden, niet fijngekauwd, toen de HEER al in toorn tegen het volk ontstak en een zeer grote slachting onder hen aanrichtte.” (Nu 11:33).

Nee, enige empathie en/of begrip voor de noden van het volk zijn hem volkomen vreemd. Meteen afslachten die lui!

Maar dan: eindelijk (na 40 jaar..) aangekomen in de buurt van “het land dat overvloeit van melk en honing” worden er verkenners uitgestuurd om alvast even een kijkje te gaan nemen. Bloedje-nieuwsgierig toch?

Niet vreemd dat ze toch wel een beetje huiverden bij de gedachte daar naar binnen te moeten trekken. Geen verrassing toch dat andere volkeren dat land ook al veel eerder ontdekt hadden? Rijke en krachtige volkeren inmiddels..
God werd echter weer woedend, omdat hij het zag als twijfel aan zijn woord dat Hij die lui wel even dat land uit zou knikkeren..

Tja, daar moet je niet bij mee aankomen immers. Zeer lange teen van Hem.

Hij had het weer helemaal met ze gehad. “De HEER sprak tegen Mozes en Aäron: Mijn geduld met deze verdorven gemeenschap die tegen Mij mort, is uitgeput!” (Nu 14:26-27).

Om vervolgens zijn eigen belofte (de slaven uit Egypte te brengen naar het beloofde land) te breken:
“In deze woestijn zullen de lijken liggen van allen die tegen Mij hebben gemord, van alle ingeschreven, van ieder boven de 20 jaar.” (Nu 14:29).

Kortom: enkel kinderen die onderweg in de woestijn geboren zijn, mogen er nog in. De ouderen (inclusief Mozes, en de ‘bevrijde’ slaven uit Egypte), mogen er niet in van Hem!
In het zicht van de haven, wel kijken niet aankomen..

Ja, beste lezer.. Hoe wreed kan je zijn.. Wat een valsheid! Wat een bruut.

Ik heb het nu echt helemaal met Hem gehad. Ook “mijn geduld …. is uitgeput” inmiddels.
Het beeld wat ik me van Hem wilde vormen (wat de inzet was van deze zoektocht) is inmiddels wel overduidelijk naar mijn gevoel.

Rest dus nog een laatste blog waar ik deze serie mee wil afronden. En de persoonlijkheid van God zal schetsen zoals ik Hem inmiddels heb leren kennen. Met verbijsterende conclusies.

 
P.S. Binnenkort (laatste) deel 25: De conclusie: een ontluisterend Godsbeeld
P.S. Plaatje: http://www.statenvertaling.net/kunst/grootbeeld/972.html
P.S. alle verschenen blogs in deze serie zijn te vinden in de rechterkolom onder het kopje: “Omtrent het Oude Testament”

Massaslachting door een Gouden Kalf

poussin_goudenkalf_grt

Deel 23 uit de serie: Omtrent Het Oude Testament.  Heel gedoe voor Mozes (80) om die hoge berg weer af te klauteren met twee “stenen tafelen” en dozen vol instructies. 40 dagen weggeweest. Ja, dan kijk je wel uit naar een warm onthaal. Hoe kan je van een koude kermis thuiskomen!

God mag dan wel een fijne neus gehad hebben voor de lucht van brandend vlees, Hij heeft minder kaas gegeten van het kiezen van de juiste vrienden.
Dat begon natuurlijk al met Adam en Eva, toen Kaïn de broedermoordenaar, Noach de zuipschuit, Abraham de loverboy, Jacob de oplichter, en Mozes. Een moordenaar  en slecht redenaar.

“Slecht redenaar” ja, maar daarom had God juist Aäron (de broer van Mozes) toegevoegd aan Gods kleine kring van intimi:
“Ik weet dat hij een goed spreker is.. Ik zal u beiden bijstaan als u moet spreken en u ingeven wat u moet doen. Laat hem in uw plaats spreken tot het volk..” (Ex 4:14-16).
Dat was nog in Egypte.. Toen leek alles nog koek en ei….

Maar nu? Mozes had 40 dagen lang ademloos aan de lippen van God gehangen, boven op die berg.
Aäron had het volk dus moeten toespreken. Zijn forte volgens God. Waar God grenzeloos vertrouwen in had…

Hoe kon Hij zich (weer) vergissen!

En “bijstaan” van Aäron door God was er ook niet bij, Hij was veel te druk bezig het ontwerp van zijn tent  aan Mozes uit te leggen. Hoorde of zag niets meer.. En had het “ingeven” dan ook helemaal verzuimt…
Met enorme gevolgen!

Want ondertussen:
“Toen Mozes maar wegbleef en niet naar beneden kwam, verdrong het volk zich om Aäron en eiste: “Maak een God voor ons die voor ons uit kan gaan.” (Ex 32:1)

Je zou toch verwachten, dat met het vermeende redenaarstalent van Aäron hij “het volk” wel tot andere gedachten kon brengen..
Nee, dus, zonder enige vorm van protest (!) kwam Aäron onmiddellijk in actie.

“Aäron antwoordde hun: Laat uw vrouwen, uw zonen en dochters de gouden oorringen uitdoen..en breng ze hier. Toen deed iedereen zijn gouden oorringen uit en bracht die bij Aäron. Deze nam ze in ontvangst, bond ze in een buidel en maakte er een stierkalf van.” (Ex 32:2-3)

En ze maakten ook nog even snel een altaar voor het beeld (Ex 32:5). Konden ze ook lekker offeren..
En bouwden met zijn allen een dik feest. Eindelijk wat te vieren!

God kreeg er, te laat maar, toch lucht van. Dat dan weer wel. En werd woedend!
“Laat mij begaan, dan zal ik hen in mijn brandende toorn vernietigen.” (Ex 32:10)
Ja, ja, als ie boos is dan berg je maar..

Mozes (nog steeds op de berg) kon hem nog wel wat tot bedaren brengen. Hem gelukkig van zijn volgende  genocide afhouden.(Ex 32:11-14). Een geluk bij een ongeluk?

Maar ja, God kon dan wel wat gekalmeerd zijn, Mozes was er des te woedender om geworden.
“Toen Mozes dichter bij het kamp kwam, zag hij het stierkalf en het gedans. Hij werd razend en smeet de platen (van die 10 geboden weet je nog wel, waar God zo hard op gezwoegd had die daar in te krassen) tegen de voet van de berg aan stukken” (Ex 32:19).

Ja, die Mozes weet ook van wanten hoor.
“Toen greep hij het beeld dat zij gemaakt hadden, gooide het in het vuur, verpulverde het, strooide de as in het water, en liet dat de Israëlieten drinken.” (Ex 32:20)

Jezus, dat gaat toch wel erg ver hoor.
Zonde van al dat goud toch? Had daar dan weer oorbelletjes of zo van gemaakt denk ik dan.

Maar ja, daarmee was Mozes er nog niet klaar mee, en sprak:
“Wie voor de HEER is, kom hierheen! Toen al de Levieten zich bij hem voegde zei Hij tegen hen: Zo spreekt de HEER, Israëls God (blijkbaar was God nu wel overgegaan tot “ingeven”..): Iedereen moet zijn zwaard aangespen. Doorkruis het kamp van poort tot poort en sla iedereen neer, al is het uw broer, uw vriend of bloedverwant.” (Ex 32:27)

“De Levieten deden wat Mozes hun bevolen had en zo kwamen er die dag ongeveer drieduizend mensen om.” (Ex 32:28)

Ja, beste lezer, al weer zo’n groots en afgrijselijk bloedbad, nu zelfs in hun eigen vluchtelingenkamp.
Onder het eigen volk, onder de eigen “legers” nog wel.

Dit hierboven allemaal analyserend moet ik al weer concluderen dat God dit toch allemaal had kunnen voorkomen. Had Hij maar wat beter opgelet, betere vrienden/werknemers gekozen, hun betere “ingevingen” gegeven, betere besluiten had genomen. Kortom: was maar een beetje een betere ‘manager’ geweest.
Maar nee..

Geen spoor overigens te ontdekken dat Hij het daar wel een beetje met me over eens is.

Nee, lessen leren uit zijn eigen spoor van vernielingen als manager is echt niet een eigenschap die ik bij Hem kunnen ontdekken. Niet eens een vleugje..

Zou ik zijn meerdere geweest, dan had ik Hem al lang ontslagen! De deur gewezen. Echt!
Maar ja, klassiek voorbeeld van “life-time-employement”. Vast gebakken zijn aan het eigen pluche.

Het zal dan ook wel niet het laatste drama zijn dat Hij veroorzaakt. Maar daarover een volgende keer.

P.S. Binnenkort deel 24. Van Exodus naar Leviticus
P.S.: plaatje: http://www.statenvertaling.net/kunst/grootbeeld/269.html
P.S. alle verschenen blogs in deze serie zijn te vinden in de rechterkolom onder het kopje: “Omtrent het Oude Testament”

God wil ook gaan kamperen

Tabernakel_en_legerkamp

Deel 22 uit de serie: Omtrent Het Oude Testament. God had Mozes weer eens de berg laten bestijgen. Niet zo maar. Hij zou er veertig dagen blijven voor een ‘onderonsje’ met God. Daar moet zich heel wat afgespeeld hebben!

Geen minuut te verliezen. Dit was het eerste wat God daar tegen Mozes zei: “Zeg tegen de Israëlieten dat zij een bijdrage aan mij moeten afstaan.. Het volgende kunt u van hen in ontvangst nemen: goud, zilver en brons, .. kornalijn en edelstenen..” (Ex 25,-2-7, voor de complete lijst van superluxe goederen).

Goed dat Mozes nog aan het uithijgen was van zijn beklimming en niet meteen weer naar beneden stoof om ze dat te gaan vertellen. God was nog lang niet klaar zo zou blijken.

Snel werd al wel al duidelijk waarom God dit gebood. “Dan kan men voor Mij een heiligdom bouwen en zal ik in hun midden wonen” (Ex 25,8)

Jeetje, God had zo maar besloten om mee te gaan kamperen met zijn rondreizende “legers”? Verrassend toch?

Zo’n God gaat natuurlijk niet in bungalowtentje van de Vrijbuiter  “wonen”. Zo wilde hij zijn ware gezicht niet tonen. Hij had er al goed over nagedacht: “Bij de verblijfplaats en de hele inventaris moet u zich zorgvuldig houden aan het model dat ik u tonen zal.” (Ex 25:9).

Vervolgens gaat hij helemaal los. God blijkt een begenadigd architect en ‘interior designer’ te zijn met een ongelooflijk gevoel voor luxe en detail. Hij laat werkelijk niets aan het toeval over. Het zou veel te ver voeren die hier allemaal over te nemen. De lezer kan ze nalezen in Exodus 25, 26, 27, 28, 29 en 30. (!!!) Aanrader, je komt echt niet meer bij namelijk.
Een korte samenvatting om een beetje een beeld te krijgen.

De inventaris: een luxe ark om “het verbond” in op te bergen: Alles goud wat er blinkt. Alle schotels, schalen, kannen en kommen (allemaal van zuiver goud) staan op een tafel van “acaciahout” (vind ze maar eens daar) bedekt met goud. “U moet ook een luchter maken, van zuiver goud.” Niet zomaar een luchtertje trouwens. De vorm en vele versierselen worden minutieus voorgeschreven (Ex 25:31-40). En een altaar natuurlijk. Bekleed met brons. Met een brozen hek als afrastering.
Je wilt natuurlijk nooit in het donker zitten. Niet zomaar een olielampje, nee met “.. zuivere olie uit gestoten olijven.” (Ex 27:20). Kom er nog maar eens om in de woestijn.

De tent: luxe stoffen, weelderig voorzien “rijk borduurwerk”. De banen aan elkaar gezet met “gouden haken”. Schotten en balken bedekt met goud. Zilveren voetstukken. De ‘voortent’ mocht wel iets minder luxe zijn. Zilver ipv goud, brons ipv zilver. Om niet nat te worden (kan nog wel eens flink hozen in de woestijn) meer dan dubbeldeks.”..gelooide ramsvellen en..daaroverheen.. fijn leer.” (Ex 26:14), plafond van geitenharen banen. (Ex 26:7). Geeft toch dat gewenste rustieke sfeertje en het thuisgevoel als je onderweg bent.

Campingkleding: Je gaat in zo’n tent natuurlijk niet bezoeken in een “campingsmoking” rondlopen. Strikte kledingvoorschriften!
Priesterlijk gewaden (“Efod”). Orakeltas, bewerkt tuniek, hoofddeksel en gordel. Wederom “rijk geborduurd” en minstens zo rijk gelardeerd met een keur aan edelstenen. “Rijen”. Veelal gegraveerd.
“Kettinkjes van zuiver goud in de vorm van gevlochten snoeren”.
Aäron krijgt zelfs een speciale ‘muts. Met daarop een “bloem van zuiver goud” met daarop weer een zegel met de gravure: “Gewijd aan de Heer” (Ex 28:36). Hij mocht het eens vergeten..

De bezoekregeling: kijk, in zo’n geval ga je natuurlijk niet in je voortent zitten om met zo maar iedereen een praatje te maken op de camping. God stelde strikte eisen wie wel en wie niet naar binnen mocht. Dat waren er maar een paar. Mozes (natuurlijk) en Aäron en zijn zonen. “Priesters” zouden ze heten. Een privilege wat overigens van vader op zoon zou overgaan. (Ex 29)

De BBQ: Dat God een fijnproever was hadden we al eerder gezien. Uitgebreide instructies wat en hoe iets te eten en te offeren bij de tent. (Ex 29), inclusief voorschriften hoe de boel weer schoon te maken voor de volgende ronde.

Stageld: Je staat er natuurlijk niet voor niets moet God gedacht hebben. Dus Hij gaf op de valreep nog even instructies voor een belastingstelsel.
“Als u de Israëlieten registreert en hun aantal opneemt, moet ieder van hen bij de registratie een losgeld betalen voor zijn leven.” (Ex 30:11).
Voor een goed doel natuurlijk: “Het losgeld .. komt ten goede aan de tent van samenkomst.” (Ex 30:16).
Had Hij ze eerder al uitgekleed (zie hierboven) voor de bouw, zet Hij er ook nog eens een extra premie bovenop voor de onderhoudskosten. Een unieke vondst!

Na Mozes nog even gewezen te hebben op het belang van de sabbat (“Iedereen die op de sabbat werkt, moet onverbiddelijk ter dood gebracht worden” Ex 30:15) had God zijn punt wel zo’n beetje gemaakt. Mag ook wel na 40 dagen lang instructies geven..

“Toen de Heer op de berg Sinaï zijn woorden tot Mozes beëindigd had, overhandigde Hij hem de twee platen van het verbond, stenen platen, door Gods vinger beschreven.” (Ex 31:18).

Respect voor Mozes. 80 jaar en die berg weer naar beneden klauteren, nu zwaar beladen met twee stenen platen en al die voorschriften. Wat een conditie! Wat een krachtpatser!

Hij moet zich ongetwijfeld verheugd en verkneukeld hebben op een glorieuze ontvangst.
Hoe kan je van een koude kermis thuiskomen! Maar daarover een volgende keer.

P.S. Binnenkort deel 23: Een gouden kalf? .
P.S.: plaatje: http://www.christipedia.nl/Artikelen/T/Tabernakel  .
P.S. alle verschenen blogs in deze serie zijn te vinden in de rechterkolom onder het kopje: “Omtrent het Oude Testament”

Topsport, 10 geboden, wetten en straffen

A_52536, 19-11-2004, 11:54,  8C, 8000x6832 (0+1910), 100%, AHM_s

Deel 21 uit de serie: Omtrent Het Oude Testament. God houdt wel van een spectaculaire opkomst. “Overweldigd door de donderslagen, de bliksemflitsen, het bazuingeschal en de rokende berg, beefde heel het volk van angst..” (Ex 20:18).

Hij houdt er ook van anderen hard te zien werken. Voor hem.
“En de Heer riep Mozes naar de top van de berg en Mozes ging naar boven.. De Heer sprak tot Mozes en zei: ga naar beneden..” (Ex 19: 20-21). “..en kom dan weer boven” (Ex 19:24).

Topsport voor Mozes, let wel: 80 jaar. Kost wat (inspanning) maar dan krijg je ook wat, moet God gedacht hebben. Mozes zag er als een berg tegenop. Opwarmertje voor wat komen ging.

En God (Mozes was weer eens beneden) schalde van de berg zijn “10 geboden” over het volk.  Wie kent ze niet?

1. “U zult geen andere Goden hebben ten koste van Mij” (Ex 20:3)
2. “U zult geen beelden maken, geen afbeelding van enig wezen boven in de hemel, beneden op aarde …” “..want ik ben .. een jaloerse God .., die .. wreekt ..” Ex 20:5)
3. “U zult de naam van .. uw God niet lichtvaardig gebruiken..” (Ex 20:7)
4. “Denk aan de Sabbat; die moet voor u heilig zijn.” (Ex 20:8)
5. “Eer uw vader en moeder.” (Ex 20:12)
6. “U zult niet doden.” (Ex 20:13)
7. “U zult geen echtbreuk plegen.” (Ex 20:14)
8. “U zult niet stelen.” (Ex 20:15)
9. “U zult niet vals getuigen tegen uw naaste” (Ex 20:16)
10. “U zult uw zinnen niet zetten op het huis van uw naaste; u zult uw zinnen niet zetten op de vrouw van uw naaste, niet op zijn slaaf, zijn slavin, zijn rund of ezel, op niets wat hem toebehoort.” (Ex 20:17)

Boeken over vol geschreven. Ga ik niet doen hier. Kwestie van zien wat er staat, en wat er niet staat. God heeft zo zijn prioriteiten.

Mozes klauterde in zijn eentje weer naar boven. God was nog lang niet klaar zo zou blijken.
God zou God immers niet zijn als Hij ook niet wat extra regels en sancties opstelt in het geval dat zijn geboden niet worden nageleefd.

Hij gaat helemaal los en oreert er lustig op los in een schier eindeloze monoloog.

Voert uiteraard veel te ver die hier even te herhalen. Je kan ze rustig nalezen in Exodus 20 , 21 , 22  en 23  . Slechts een paar ‘highlights’:

“U moet voor mij een altaar maken.” (Ex 20:24). De kuise God denkt overal aan: “..geen..altaar dat u langs treden beklimt, want daarbij zou men uw schaamte kunnen zien.” (Ex 20:26). Je moet er maar opkomen.

Slavernij, polygamie en lijfstraffen
God had daar geen allemaal enkele moeite mee, mits er aan aantal regels wordt voldaan. Kom er nog maar eens om.

“Wanneer iemand zijn dochter verkoopt als slavin komt deze niet vrij zoals de mannelijke slaven.” (Ex 21:7) Je dochter verkopen? Geen probleem.

“Neemt hij er nog een vrouw bij, dan mag hij .. de omgang met de eerste niet beperken.” (Ex 21:10). Hadden we al gezien dat God geen probleem had met incest,  polygamie is ook wel zijn ding.

“ Wanneer iemand zijn slaaf..met een stok slaat .. blijft de slaaf nog een of twee dagen in leven, dan behoeft er geen straf te volgen; hij is immers zijn eigendom.” (Ex 21:20). Je moet het allemaal maar kunnen bedenken. Sla er maar op los. Moet kunnen.

Doodstraf
God had daar ook geen enkele moeite mee, mits er aan aantal regels wordt voldaan.

“Wie iemand zo slaat dat hij sterft moet ter dood worden gebracht” (Ex 21:12)

“Wie zijn vader of moeder mishandelt moet ter dood worden gebracht” (Ex 21:15).

“Wie zijn vader of moeder vervloekt moet ter dood gebracht worden.” (Ex 21:17)

“Wie een mens rooft moet ter dood gebracht worden.” (Ex 21:16) en “Wanneer een dief bij een inbraak betrapt wordt en doodgeslagen, dan is er geen bloedschuld.” (Ex 22:1). Risico van het vak, stelde Teeven al eens.

“Een tovenares mag u niet in leven laten” (Ex 22:17). Dat hebben de ‘heksen’ geweten. Uitschakeling van de concurrentie. God hield zelf ook wel van wat magie.

“Iedereen die geslachtelijk omgang heeft met een dier moet ter dood gebracht worden.” (Ex 22:18).
Pas sinds 2010 ook in Nederland verboden. Opvallend: CDA stemde tegen in de 1ste kamer.

“Wie aan de afgoden offert moet aan de vernietiging gewijd worden.” (Ex 22:19)
Nog erger dan de doodstraf.

– God had een bijzonder oog voor de weduwen en wezen. Op zich mooi maar je kan ook overdrijven: “Als u hen een tekort doet .. mijn toorn zal losbarsten en met het zwaard zal Ik u doden.” (Ex 22:23)

Kort samengevat waren de rechtsregels opgebouwd uit het volgende principe: “Een oog voor een oog, een tand voor een tand, een hand voor een hand, een voet voor een voet.” (Ex 21:24), maar dan met de nodige ‘nuances’ zoals de oplettende lezer heeft kunnen constateren.

Is er dan geen enkel goed nieuws?
“Als u aan iemand van mijn volk geld leent gedraag u dan niet als een geldschieter. U mag geen rente van hem eisen.” (Ex 22:24).
Toch teleurgesteld toen ik las “mijn volk”. Dan pis ik bij Lloyd Blankfein (“Ik doe Gods werk”) toch weer naast die gouden pot.

Werk aan de winkel toen hij alweer een keer de berg op en weer neer gelopen was: “Daarop stelde Mozes alle woorden van de HEER op schrift.” (Ex 24:4). Petje af, 80 jaar en dan nog zo’n geweldig geheugen.

Zonde van de tijd zo zou al ras blijken. “De HEER sprak tot Mozes: Kom naar mij toe op de berg, en blijf daar wachten. Ik zal u de stenen platen geven, de wetten en bepalingen die Ik op schrift heb gesteld ..” (Ex 24:12).

Mozes (onuitputtelijk, en ook niet de beroerdste) “..besteeg de berg” weer. (Ex 25:15)
“Mozes trad de wolk binnen en besteeg de top. Veertig dagen en veertig nachten bleef hij op de berg.” (Ex 24:18).

Meer dan een maand! Daar moet zich heel wat afgespeeld hebben. Maar daarover een volgende keer.

P.S. Binnenkort deel 22: God wil ook gaan kamperen
P.S.: plaatje: http://www.lucascleophas.nl/wp-content/uploads/2014/11/De-berg-Sina%C3%AF-door-Luyken-Jan-1649-1712-museum-Amsterdam1.jpg
P.S. alle verschenen blogs in deze serie zijn te vinden in de rechterkolom onder het kopje: “Omtrent het Oude Testament”

Volksoproer na de ‘bevrijding’

gathering-of-manna.jpg!Large

Deel 20 uit de serie: Omtrent Het Oude Testament. Nadat Hij een spoor van dood en verderf achterliet had God de Israëlieten eindelijk de woestijn ingestuurd. Maar na drie dagen begon het volk al onbedaarlijk te “mokken”. “Wat moeten we drinken?” (Ex 15:24).

Het water in de eerste oase was niet te zuipen zo bitter. God loste het weer op. En liet Mozes er een stuk (zoet-?)hout in gooien en “het water werd zoet.” (Ex 15:25).

Later zou de toverstaf van Mozes ook de dorst weer kunnen lessen: “sla op die rots, en er zal water uit stromen”. (Ex !7:6). Keigoed!

Na een dikke twee maanden en een paar oases verder, weer gedonder: “Waren we maar door de hand van de HEER gestorven in Egypte, waar we bij de vleespotten zaten en volop te eten hadden. U hebt ons alleen maar naar de woestijn gebracht om al deze mensen van honger te laten omkomen.” (Ex 16:3).

Stelletje ondankbare honden!

Maar God zou God niet zijn, als Hij ook daar niet een oplossing voor had: “Ik zal brood voor u laten regenen uit de hemel.” (Ex 16:4). En zo geschiede. “Israël noemde het brood manna. Het was wit als korianderzaad en smaakte naar honingkoek.” (Ex 16:31).
Na het bakken van deze zoete broodjes, nog een bonus: “Toen het avond was kwamen er kwartels aangevlogen en vielen neer over heel het kamp”. (Ex 16:13). Smullen!

Wat zij toen nog niet wisten, maar God al wel, was: “Veertig jaar lang aten de Israëlieten manna, tot ze in de bewoonde wereld streken kwamen.” (Ex 15:35).

Ho, wacht even..

Ze 40 jaar een beetje laten ronddolen in die niet al te grote zandbak daar? Weer zo’n brute streek van ‘hun’ God?

Jazeker. Nergens voor nodig.
Deze geschiedschrijving begint namelijk pas echt hilarische proporties te krijgen als de schoonvader van Mozes (Jetro), de vrouw en twee kinderen van Mozes hem gewoon even vanuit Midjan  een beleefdheidsbezoekje komen brengen (Ex 18). Omdat ze al gehoord hadden dat hij daar met een heel volk verbleef. Er waren er dus al meer heen en weer gereisd zonder problemen.

Niet om de hoek trouwens. Midjan ligt ergens in het huidige Saudi Arabië! Jetro had blijkbaar geen enkel moeite de heen- en terugweg te vinden in die streken en “de bewoonde wereld” weer te bereiken.

Hij was niet de enige trouwens, die hen zo makkelijk konden vinden. Ook “Amalek rukte op om Israël in Refidum aan te vallen..” (Ex 17:8)

Een harde strijd die Mozes zittend vanaf een steen aanvoerde. “En zolang Mozes zijn armen opgeheven hield, waren de Israëlieten aan de winnende hand.” (Ex 17:11). Kost wat moeite als je al op leeftijd bent, maar gelukkig kregen zijn vermoeide armen ondersteuning van Aäron en Chur. (Ex 17:12). Amalek en zijn legers werden uiteindelijk in de pan gehakt.

God was woedend over die streek van Amalek: “Ik ga de herinnering aan Amalek van de aarde wegvagen”. (EX 17:14). Hij kondigde zijn zoveelste genocide aan. Die (later) ook plaatsvond. “..dood iedereen, mannen en vrouwen, kinderen en zuigelingen, runderen en schapen, kamelen en ezels.” (Sam. 15:3)

Met ongekend succes. Nergens anders dan in de Bijbel is ook maar enige referentie te vinden naar de “Amalekieten”.  Alsof ze nooit bestaan hebben! Hebben ze dan ook niet..

Afijn, nog maar net drie maanden onderweg, “weggerukt” van de “vleespotten” van Egypte, een “mokkend” en “morrend” volk, structurele tekorten aan water, elke dag aan de manna (droog brood), en inmiddels een oorlog achter de rug. Geen gebrek aan uitdagingen.

Mozes (en het volk) hadden zich deze bevrijding toch heel anders voorgesteld. Hij kreeg het inmiddels Spaans benauwd en “..klaagde zijn nood bij de HEER: wat moet ik doen met dit volk? Ze staan op het punt mij te stenigen.” (Ex 17:4).

Hoog tijd voor God om eens orde op zaken te stellen voor die losgeslagen bende.
Hij koos er voor eens wat stevige piketpaatjes te slaan: een hoogstpersoonlijk onderonsje op de berg met Mozes om hem de nodige instructies mee te geven.

“Hoogstpersoonlijk” want niemand mocht er zijn behalve Mozes En als iemand van het volk alsnog de berg zou betreden “..wordt ter dood gebracht.” “Hij moet gestenigd of met pijlen neergeschoten worden” (Ex 19:12).

Ja, ja. God die instructies geeft om (onder voorwaarden) iemand te “stenigen”. Moet kunnen.

Mozes moet behoorlijk opgewonden zijn over deze komende belangrijke gebeurtenis. En instrueerde het volk met: “Maak u gereed voor overmorgen, want niemand mag gemeenschap hebben met een vrouw.”. (Ex 19:15). Hij maakte zich klaar. Voor topsport.

Een waar spektakel zou het worden. Maar daarover een volgende keer.

 
P.S. Binnenkort deel 21: 10 geboden, wetten en straffen
P.S.: plaatje komt hier vandaan: http://www.wikiart.org/en/nicolas-poussin/gathering-of-manna
P.S. alle verschenen blogs in deze serie zijn te vinden in de rechterkolom onder het kopje: “Omtrent het Oude Testament”

Met 600.000 man de woestijn in. Feest!

Cosimo_Rosselli_Attraversamento_del_Mar_Rosso

Deel 19 uit de serie: Omtrent Het Oude Testament. Nadat God Egypte compleet te gronde had gericht konden de Israëlieten vertrekken. Niet een klein groepje. Nee, “..het aantal personen dat zelf liep, de kinderen dus niet meegerekend, bedroeg ongeveer zeshonderdduizend. Ook vele anderen trokken met hun mee, net als grote kudden kleinvee en runderen.” (Ex 12:37-38)

Maar dan. Had God er eerst voor gezorgd had dat de farao en zijn hovelingen “onwillig” en “halsstarrig” waren, nu deed Hij het omgekeerde: “De HEER stemde de Egyptenaren gunstig ten opzichte van het volk, zodat zij hun verzoek inwilligden.” (Ex 12:36).

Welk “verzoek”?

“De Israëlieten ..vroegen aan de Egyptenaren gouden en zilveren sieraden en kleding.” (Ex 12:35)
En met succes dus : “Zo plunderden de Israëlieten Egypte.” van hun allerlaatste bezittingen.” (Ex 12:36) Je moet er maar opkomen. Bijzonder minne streek van God. Lijkenpikkerij is Hem niet vreemd.

Gepakt en gezakt, richting woestijn dus. Bevrijd? Nog niet helemaal. God had nog wat voor ze in petto.

“En Ik zal de farao weer halsstarrig maken, zodat hij hen gaat achtervolgen. Ik zal mijn heerlijkheid bewijzen ten koste van de farao en heel zijn legermacht.” (Ex 14:4)
Samsom zou zeggen: “nu doet u het weer”!

De farao wist toch nog een knap legertje op de been te brengen na alle plagen: “zeshonderd van de beste (strijd)wagens en alle voertuigen van Egypte, elke met drie man bezet.” (Ex 14:7)

Ach, wie kent niet het vervolg. Hollywood liet zich er graag door inspireren.

“De HEER liet de hele nacht door een sterke oostenwind de zee terugdeinzen. Hij maakte van de zee droog land en de wateren splitsten. Zo trokken de Israëlieten over de droge bodem de zee door..” (Ex 14:21-22).

“Toen sprak de HEER tegen Mozes: ‘strek uw hand uit over de zee, dan zal het water terugstromen over de Egyptenaren, hun wagens en wagenmenners” (Ex 15:26).
En zo geschiede. “Het water dat terugvloeide overspoelde … heel de strijdmacht van de farao.. Er bleef er niet één gespaard.” (Ex 14:28).

De zoveelste volstrekt onnodige massale slachting was een feit. Mensen verzuipen is wel zijn ding immers.

God moet bijzonder in zijn nopjes zijn geweest. Nog voor het allemaal rond was had Hij eerder al uitgebreide en ferme instructies achtergelaten deze dag jaarlijks te herdenken met een feest: “Het Paasfeest”. (Ex 12)

“Houd het feest .. in ere, want dit is de dag waarop Ik uw legers heb weggevoerd uit Egypte” “Als een eeuwig voorschrift moet u deze dag generatie op generatie in ere houden”. (Ex 12:17)
“Deze dag moet u tot een gedenkdag maken, u moet hem vieren als een feest te ere van de HEER.” (Ex 12:14). “Heel de gemeenschap van Israël moet het vieren” (Ex 12:47)

Een feest overladen met strikte rituelen. Ik zal de lezer niet vermoeien met die details. Lees ze in Exodus 12  en 13. Het zijn er nogal wat.

Bijzonder is dat het nu nog jaarlijks wordt gevierd als één van de belangrijkste zo niet het belangrijkste feest in Joodse gemeenschappen. Nog steeds vrij nauwgezet die instructies en rituelen volgend. Niet onder de naam “Pasen” maar Pesach.

En of die groep van 600.000+ mensen het na de eerste euforie ook ervoeren als een bevrijding/feest moet nog maar blijken. Maar daarover later.

 

P.S. Binnenkort deel 20: Volksoproer na de ‘bevrijding’
P.S.: plaatje: http://en.wikipedia.org/wiki/The_Crossing_of_the_Red_Sea_%28Sistine_Chapel%29
P.S. alle verschenen blogs in deze serie zijn te vinden in de rechterkolom onder het kopje: “Omtrent het Oude Testament”

De 10 onnodige plagen van Egypte

Death_of_the_Firstborn_Alma_Tadema

Deel 18 uit de serie: Omtrent Het Oude Testament. Één van de meest bizarre verhalen in de Bijbel. God kiest er voor om een het Egyptische volk onnodig tot op het bot te martelen puur om zelf naam te maken. Vreemde stelling? Nee, de bijbel laat er geen twijfel over bestaan.

Dat God het plan had opgevat om “..mijn legers (!!) , mijn volk.., weg( te)leiden uit Egypte” (Ex 7:3-4) is nog voorstelbaar. Ze hadden immers al 400 (!) jaar in slavernij moeten leven daar. Terwijl God ze een land “land dat overvloeit van melk en honing” (Ex 3:17) beloofd had. En dat land lag heel ergens anders. Belofte maakt schuld. Beter laat dan nooit.

Maar Hij had dat natuurlijk (gezien zijn machtige mogelijkheden) op een elegante manier kunnen oplossen. Daar kiest Hij echter in het geheel niet voor.

Hij kiest voor het volgende: “Dan zal Ik de farao halsstarrig maken. De farao zal niet naar u luisteren, maar Ik zal Egypte mijn kracht laten voelen, .. dat Ik zwaar zal straffen.” (Ex 7:3-4)

Wacht even..

Hij kiest er dus voor de farao “halsstarrig” (in plaats van meegaand wat dan ook had gekund lijkt me) te maken om hem zwaar te kunnen straffen? En niet alleen de farao (ook nog ergens voorstelbaar) maar met hem het hele volk?

Wat voor een uiterst vreemde kronkel is dat in Zijn gedachten?
Met welke motivatie in Godsnaam? Maar ook dat wordt toegelicht:

“.. want ik maak hem en zijn hovelingen onwillig, zodat Ik mijn tekenen voor hen kan verrichten. Dan kunt u later aan uw kinderen en kleinkinderen hoe Ik tegen de Egyptenaren ben opgetreden en welke tekenen Ik onder hen aangericht heb. Zo zult u weten dat Ik de HEER ben.” (Ex 10 1-2).

En: “Ik had al eerder mijn hand kunnen uitsteken en uw onderdanen kunnen slaan met de pest, dan zou u van de aarde verdwenen zijn. Maar Ik heb u in leven gelaten om u mijn kracht te laten zien en om mijn naam bekend te laten worden over heel de aarde.” (Ex 9:15-16).
“Dan zult u weten dat er op de hele wereld niemand mijn gelijke is.” (Ex 9:14).

Ah, dus dat is de ware motivatie van Hem. Puur eigenbelang. Klassiek staaltje van “personal branding” dat zijn weerga niet meer zou kennen in de wereldgeschiedenis.

Daar mag blijkbaar een heel volk voor worden gemarteld en (grotendeels) gedood, en een compleet land met de grond gelijk gemaakt worden. Bizar. Meer kan ik er niet van maken.

En Hij gaat vervolgens helemaal los. 10 onnodige plagen werden over het Egyptische volk uitgestort.

Plaag 1: “Voor de ogen van de farao.. hief hij zijn staf op, sloeg op het water van de Nijl en al het water.. werd bloed. De vissen stierven, de Nijl begon te stinken en de Egyptenaren konden het water.. niet meer drinken.” (Ex 7:20-21).
Plaag 2: “.. Er kwamen kikkers, die heel Egypte overstroomden.” (Ex 8:2)

Nog niet erg indrukwekkend voor de farao trouwens. De magiërs van Egypte hadden deze trucs ook al in hun repertoire. (Ex 7:22 en Ex 8:3).

Plaag 3: “heel Egypte was in muggen veranderd.” (Ex 8:13)
Plaag 4: “Het land was van de steekvliegen vergeven.” (Ex 8:20
Plaag 5: veepest. “Al het vee van de Egyptenaren kwam om” (Ex 9:6)
Plaag 6: “..mensen en dieren kregen builen die openbarsten en gingen etteren.” (Ex 9:10)
Plaag 7: “Op alle mensen en dieren die buiten staan en niet onderdak zijn, zal de hagel neerslaan en zij zullen omkomen” (Ex 9:19).
Plaag 8: Sprinkhanen “Ze bedekten heel de oppervlakte.. in heel Egypte geen groen meer over.” (Ex 10:15)
Plaag 9: duisternis: “.. drie dagen lang kon niemand een voet verzetten.” (ex 10:23).

En na elke keer lees ik weer (of woorden van gelijke strekking): “Maar de HEER maakte de farao halsstarrig en hij wilde de Israëlieten niet laten gaan” (voorbeeld: Ex 10:27).

Tja beste lezer, ik moet bekennen dat ik misselijk wordt bij de gedachte. God kiest ervoor om de leider van een volk “halsstarrig” te maken om zo doende het hele volk (die er niet voor verantwoordelijk was) telkens weer op barbaarse wijze te straffen. Alleen om naam te krijgen in de wereld!

Welk signaal geef je daarmee in godsnaam af?!

Inmiddels was heel Egypte inmiddels ten gronde gericht. Land, mens en dier.

Maar nog niet genoeg. God houdt wel van ronde getallen.
Plaag 10 moest er nog even overheen om de boel af te maken.

“Het was midden in de nacht toen de HEER al de eerstgeborenen van Egypte sloeg, vanaf de eerstgeborene van de farao, .. , tot aan de eerstgeborenen van het vee.” “.. een luid geschreeuw klonk over Egypte, want er was geen huis zonder dode.” (Ex 12:29)

Het was de ultieme doodsklap. De Israëlieten mochten uiteindelijk vertrekken.

Maar daarover een volgende keer.

 
P.S. Binnenkort deel 19: Met 600.000 man de woestijn in. Feest!
P.S.: plaatje komt hier vandaan: http://nl.wikipedia.org/wiki/De_dood_van_de_eerstgeborene_van_de_Farao
P.S. alle verschenen blogs in deze serie zijn te vinden in de rechterkolom onder het kopje: “Omtrent het Oude Testament”

Mozes, Gods tovenaarsleerling

mozes_slang_grt

Deel 17 uit de serie: Omtrent Het Oude Testament. God had Mozes aangewezen om zijn uitverkoren volk uit Egypte naar het “land dat overvloeit van melk en honing” (Ex 3:17) te leiden. Mozes (inmiddels 80) had daar allemaal niet zo’n zin in. En kon nog wel wat uitvluchten bedenken. Maar ja, dan ben je bij God natuurlijk wel bij het verkeerde adres. Zijn plan stond vast.

Mozes tot God: “Wie ben ik dat ik naar de farao moet gaan, en dat ik de Israëlieten uit Egypte zou leiden.” (Ex 3:11). “.. ze geloven me niet, ze zullen niet naar mij luisteren, ze zullen zeggen dat de HEER mij niet verschenen is.” (Ex 4:1).

Goeie vraag, maar daar had God wat op gevonden. Een paar tovertrucs!

“De HEER beval: Laat hem (zijn staf) op de grond vallen”. “Mozes liet hem op de grond vallen en de staf werd een slang.” (Ex 4:3). Het omgekeerde was ook gauw geleerd.

Nog een tovertruc: “Steek uw hand tussen uw kleed” (Ex 4:6)
Blijkt die hand ineens volle witte uitslag te zitten!
En “Laten zij zich door beide tekenen niet overtuigen en luisteren ze nog niet naar u, neem dan water uit de Nijl, en giet dat uit op het land. Het water dat u uit de Nijl genomen hebt, zal op het land bloed worden”. (Ex 4:9).

Fred Kaps en Hans Kazan hadden deze trucs maar wat graag in hun repertoire gehad, zou je zeggen.

Maar Mozes was nog steeds onzeker. “Neem me niet kwalijk HEER, maar ik ben geen redenaar. ..Ik spreek moeilijk en traag”. (Ex 4:10). “.. zend liever iemand anders.” (Ex 4:13).
God werd er een beetje pissig van. “Toen ontbrandde de toorn van de HEER tegen Mozes en Hij sprak: Is Aäron de Leviet niet uw broer? Ik weet dat hij een goed spreker is.. Ik zal u beiden bijstaan als u moet spreken en u ingeven wat u moet doen. Laat hem in uw plaats spreken tot het volk.. (Ex 4:14-16). “Neem deze staf mee, daar moet u de tekenen mee verrichten”.

Mozes toch maar op weg naar Egypte dus. Werd bijkans onderweg gedood door God. (Ex 4:25). Ontmoette Aäron (ook al dik in de 80), en trok samen met verder. Ontmoette de “oudsten van Israël” (Ex 4:29). En daar “.. verrichtte hij de tekenen” (Ex 4:31). Ze waren onder de indruk en geloofden hem.

Hoog tijd dus om maar eens naar de farao te gaan. Zijn eerste bezoek had slechts resultaat dat de farao de teugels enkel nog harder aantrok. Verrassend? Nee natuurlijk niet. Je moet wel echt naïef zijn om te denken dat hij die Israëlieten zomaar zou laten gaan lijkt me. Cruciaal immers voor zijn economie.

Mozes verloor flink wat vertrouwen van de Israëlieten daardoor. En de HEER had weer een oplossing voorhanden:

“Als de farao u uitdaagt om maar eens een wonder te laten zien, dan moet u tegen Aäron zeggen: Neem uw staf en laat hem voor de farao op de grond vallen. Het zal een slang worden!”. (Ex 7:8).

God moet in zijn nopjes geweest zijn. Die truc had Hij ze immers zelf geleerd! Wat zou de farao onder de indruk zijn!

Zo gezegd zo gedaan. “Aäron liet voor de ogen van de farao .. de staf vallen en het werd een slang” (Ex 7:10). Mozes natuurlijk zo trots als een aap met zeven lullen!

“Maar de farao riep op zijn beurt de wijzen en tovenaars er bij, en ook zij, de magiërs van Egypte, deden met hun toverkunsten hetzelfde. Zij lieten allen hun staf vallen en het werden slangen.” (Ex 7:11-12).

Ik rol wederom van mijn stoel van verbazing.

God de Almachtige stond voor een grote missie. Vraagt aan een onzekere Mozes de farao te overtuigen met een voorbeeld van wat aangeleerd machtsvertoon.

Maar wist niet eens dat Mozes de risee van de dag zou worden daar. Blijkt het een truc te zijn die een beetje magiër daar zonder enig probleem ook kan uitvoeren!

Wat een afgang zeg! Kon Hij nou echt niets anders bedenken? Gods allemachtig! Nee, dan moet je toch van betere huize komen zou je zeggen. Maar daarover later.

 
P.S. Binnenkort deel 18: De 10 onnodige plagen van Egypte.
P.S.: plaatje komt hier vandaan: http://www.artbible.info/art/large/142.html
P.S. alle verschenen blogs in deze serie zijn te vinden in de rechterkolom onder het kopje: “Omtrent het Oude Testament”

Exodus. Slaven in Egypte

12b

Deel 16 uit de serie: Omtrent Het Oude Testament. God had weer even (~400 jaar!) liggen slapen. Ondertussen was er iets dramatisch fout gegaan. Was Jozef nog onderkoning in Egypte. Had hij zijn steenrijke familie (60 man) laten overkomen. Nu waren alle nakomelingen inmiddels slaven geworden in Egypte. Geen pretje voor die lui natuurlijk. En dat waren er nog al wat geworden inmiddels.

Gods gebod “Wees vruchtbaar en wordt talrijk” (Gn 35:11) was niet aan dovemansoren gericht.
Vergeleek de Paus recent zijn ‘schapen’ nog met konijnen, toen wisten ze er ook wel raad mee: “De Hebreeuwse vrouwen, .., ze baren zo vlug dat ze hun kind ter wereld brengen nog voordat de vroedvrouw erbij is” (Ex 1:19).

De nakomelingen van de familie “.. werden zeer talrijk en sterk, zodat het land vol van hun raakte.” (Ex 1:7). En niet zo’n klein beetje ook: “..ze zijn nu al talrijker dan de bevolking van het land..” (Ex 5:5)

Geheel tegen het zere been van de farao, die dan ook rigoureuze maatregelen nam. “..toen stelden ze werkbazen over het volk aan, om hen door dwangarbeid te onderdrukken” (Ex 1:11) en “zij maakten hun het leven zuur door hen hard te laten werken in steenbakkerijen en op het land” (Ex 1:14).

En om hun groeimodel wat te beteugelen: “Toen beval de farao al zijn onderdanen: ‘Iedere (Hebreeuwse) jongen die geboren wordt moet u in de Nijl gooien; de meisjes kunt u in leven laten” (Ex 1:22).

Geen halve maatregelen natuurlijk. Maar ja iemand “in de Nijl gooien” kan ook in een mandje had iemand bedacht. Het mandje werd gevonden door de dochter van de farao. Die hem liefdevol liet verzorgen. “Zij noemde hem Mozes, ‘want’, zo zei ze, ‘ik hem uit het water gehaald.’ “. (Ex 2:10)
Welk een sprookje.

Behoorlijk beschermd opgevoed (hij wel..) natuurlijk maar 40 jaar later (!) ging Mozes toch maar eens “naar zijn broeders, en was getuige van hun dwangarbeid.” (Ex 2:11).
Werd boos op een Egyptenaar die “een Hebreeër neersloeg” (Ex 2:11).
“Hij keek naar alle kanten en toen hij zag dat er niemand in de buurt was sloeg hij de Egyptenaar neer en verborg hem onder het zand.” (Ex 2:12)

De farao kwam er toch achter. Mozes vluchtte het land uit en ging naar Midjan.

En God? Heeft al die eeuwen geen hand uitgestoken. Terwijl zijn ‘uitverkoren’ volk al die jaren zwaar moest bukken onder dwangarbeid. Maar op een gegeven moment “vanuit hun slavenarbeid drong hun gejammer door tot God” (Ex 2:23). Het zou tijd worden zeg!

“De HEER sprak: ‘ik heb de ellende van mijn volk in Egypte gezien.. Ik ben afgedaald om hen te bevrijden.. om hem weg te leiden naar een land dat overvloeit van melk en honing..”. (Ex 3:8)
“Ga er dus heen, Ik zend u naar de farao. U moet mijn volk.. uit Egypte leiden”. (Ex 3:10)

En tegen wie zie Hij dat? Juist ja: Mozes. Dacht lekker teruggetrokken te kunnen genieten van zijn oude dag. Inmiddels 80 jaar oud. Daar wordt je niet vrolijk van natuurlijk.

Kijk, we wisten al dat God geen fijne neus voor het selecteren van de juiste vrienden. Nu weer een moordenaar. Die ook nog eens helemaal geen zin had om voor deze “klus” geselecteerd te worden. Dat gaat nog een hele uitdaging worden.

Maar daarover later.

 

P.S. Binnenkort deel 17: Mozes, Gods tovenaarsleerling
P.S.: plaatje komt hier vandaan: http://www.victorianweb.org/painting/poynter/paintings/karp2.html
P.S. alle verschenen blogs in deze serie zijn te vinden in de rechterkolom onder het kopje: “Omtrent het Oude Testament”