Aad Verbaast

te gek voor woorden eigenlijk

Tag archief: abimelek

Isaak, Jacob, Israël en GTST

breenbergh_jakob_engel_grt

Deel 14 uit de serie: Omtrent Het Oude Testament. De getraumatiseerde eerste zoon van Abraham (Isaak) werd ook schatrijk door list en bedrog. De onvruchtbare vrouw van Isaak werd zwanger nadat God haar schoot had ontsloten (Gn 25:21).

Van een tweeling nog wel! Ze voelde het al aan haar water: “Maar toen de kinderen in haar schoot tegen elkaar stootten, dacht ze, als het zo doorgaat, wat staat mij dan te wachten?” (GN 25:22).

“En de HEER sprak tot haar: Twee volken zijn het, die u draagt; twee volksstammen die al in uw schoot uiteengaan. Een van de twee zal machtiger zijn: de oudste zal dienstbaar zijn aan de jongste” (GN 25:23).
Voorziene blik van God zo zou blijken.

De eerstgeboren was Esau (betekent: de behaarde), en Jacob kreeg zijn naam, onderkruiper, hielenlikker, omdat hij bij zijn geboorte de hiel van Esau vasthield. (Gn 25:26). Dat belooft wat.

Jacob zou zijn naam eer aan doen, want er ontspint zich een verhaal waar de scenarioschrijvers van GTST nog hun vingers en hielen bij af kunnen likken. Ik zal u de details besparen van deze sappige episoden.

Een korte samenvatting:

– Hij ontfutselt het eerstgeboorterecht van Esau met een kopje soep linzensoep. (Gn 25:30-34).
– Hij belazert zijn bijkans blinde vader door zich te vermommen als Esau.
– Krijgt door die ““listige leugen” (Gn 27:35) de bevestiging dat hij het eerste geboorterecht heeft.

En er was nogal wat te erven! Isaak was “tenslotte schatrijk” (Gn 26:13). Aartje naar zijn vaartje. Haalde dezelfde truc uit als Abraham door ook te vertellen dat zijn vrouw Rebekka zijn zus was. List en bedrog voor eigen belang. Legde hem geen windeieren. Bij Abimelek (koning van de Filistijnen) zat de schrik er nog goed in! (Gn 26:7-14).

– Jacob droomde over een ladder naar de hemel. (GN 28:12).
– Verbindt een aantal voorwaarden om God tot zijn HEER te laten zijn. (Gn 28:20-21).
– Werkte 14 jaar in Laban om een paar vrouwen te krijgen (Gn 29:15-28).
– En maakte nog wat slavinnen zwanger om nog meer kinderen te krijgen. (GN 30).
– Belazert zijn trouwe werkgever Laban.
– Door alweer een vermommingstruc uit te halen. Nu met dieren. (Gn 30 25).
– En “Zo werd Jacob buitengewoon rijk” (Gn 30:43).
– Op de vlucht voor Laban neemt Jacob de dochters van hem als “krijgsgevangenen” mee. (Gn 31:26).
– Gooit het uiteindelijk op een akkoordje met Laban.
– Onderweg vecht hij een robbertje met God. De hele nacht.
– Wint uiteindelijk wel, maar wordt wel voor altijd mank toen God hem een stevige klap op zijn heup had gegeven.

Gevoelige noot: “Tot vandaag de dag” eten zijn de afstammelingen nog steeds geen heupvlees! (GN 32:33).

Tja, onderkruiper, hielenlikker, leugenaar, belazert zijn broer en zijn vader, ontvoerder, vechtjas, dief, dromer, onbetrouwbare werknemer, en polygamist (“toen was geluk nog heel gewoon”) met een overmaat aan testosteron.

En God? Die vond het allemaal helemaal prima. En gaf hem zelfs de hoofdprijs toen Hij zei: “Uw naam is wel Jacob, maar voortaan zult u geen Jacob meer heten, maar Israël.” (GN 35:10)
“Ik ben God de Almachtige. Wees vruchtbaar en wordt talrijk, een volk, een menigte van volken zal uit u voortkomen, en koningen zullen uit uw lendenen afkomstig zijn.” (GN 35:11).

Hoe bont moet je het maken goede maatjes met God te worden?

Aartsvader Jacob werd 180 jaar. En liet 12 zonen achter. (GN 35:22-29)
Ruben, Simenon, Levi, Juda, Issakar en Zebulon (van zijn vrouw Lea).
Jozef en Benjamin (van zijn vrouw Rachel).
Dan en Naftali (van de slavin van zijn vrouw Rachel: Billa).
Gad en Aser (van de slavin van zijn vrouw Lea: Zilpa).

Grootvader Abraham wist al van wanten, vader Isaak moet PTSS hebben gehad. En zijn zoon Jacob was geen lieverdje. Wat een familie! Wat een armoede, waren er op de aarde echt geen betere “oogappels” te vinden”?

We moeten dan ook niet vreemd opkijken als uit zo’n verknipte familie, met zo’n gestoorde vader als Jacob rare fratsen ontstaan. Maar daarover later.

 

P.S. Binnenkort deel 15. Jozef, Egypte. En de balans van Genesis.
P.S.: plaatje komt hier vandaan: http://www.statenvertaling.net/kunst/grootbeeld/715.html
P.S. alle verschenen blogs in deze serie zijn te vinden in de rechterkolom onder het kopje: “Omtrent het Oude Testament”

Deugdzaam en Rechtschapen

780px-Joachim_Wtewael_-_Lot_and_his_Daughters_-_WGA25909

Deel 12 uit de serie: Omtrent Het Oude Testament. God had Abraham geselecteerd aartsvader te worden van een “een groot en machtig volk” (GN 18:18). “Ik heb hem immers uitverkoren; zijn zonen en zijn nakomelingen moet hij leren zich door een rechtschapen en deugdzaam leven aan de weg van de HEER te houden..” (GN 18:19)

Maar wat is dan “rechtschapen en deugdzaam” in de ogen van God?
Gezien de zware straffen die Hij al had uitgedeeld als je dat niet was toch wel interessant om te weten lijkt me. Toch is zijn ‘biografie’ daar niet zo duidelijk over. Even terug dus naar wat gebeurtenissen waar God drastisch ingreep, respectievelijk niet ingreep.

Kaïn de broedermoordenaar. Kaín werd beschermt door God. Dat lijkt er dus al niet onder te vallen.

Noach de zuiplap: God had daar ook geen enkele moeite mee.

De zondvloed: “De dagen van de mensen zijn geteld, want zij zijn er de schuld van dat de aarde vol geweld is. Ik ga hen met de aarde vernietigen.” (Gn 6:13). Is het dan gebruik van “geweld?” Maar wat is dan “geweld”?

Sodom en Gomorra: “Uitermate zwaar is hun zonde!” (GN 18:20). Wat die zonde dan is, wordt ook niet uitgelegd.

Geen duidelijk beeld dus. “Geweld” is blijkbaar niet rechtschapen en/of niet deugdzaam. Wel weer deugdzaam is om “geweld” met tomeloos geweld te beantwoorden. Tenminste als je God als voorbeeld zou nemen (“evenbeeld”). “Zonde” wordt verder niet gespecificeerd.

Dan maar even verder zoeken. Kies je Abraham als uitverkorene dan zal hij wel uiterst “rechtschapen en deugdzaam” zijn in de ogen van God zou je denken.

Abraham vluchtte naar Egypte en deed voor alsof zijn vrouw een zus van hem was, waardoor ze kon worden opgenomen in de harem van de farao. En dan: “Maar de HEER bracht de farao en zijn hovelingen zware slagen toe om wat er gebeurd was met Sarai..” (GN 12:17).

De farao handelde in goed vertrouwen. Maar werd hard aangepakt. Abraham leende zijn vrouw uit voor eigen gewin. Blijkbaar vond God dat laatste wel rechtschapen en deugdzaam aangezien Abraham niet werd aangepakt. Sterker nog: hij werd er steenrijk van. God vond dat blijkbaar allemaal prima.

Misschien had Hij zich vergist? Iets over het hoofd gezien?

Na de verwoesting van Sodom en Gomorra vertrok Abraham naar de Negeb “en woonde als vreemdeling in Gerar” (GN 20:1). “Van zijn vrouw Sara zei Abraham dat ze zijn zuster was. Zo kwam het dat Abimelek, de koning van Gerar, haar liet schaken.” (GN 20:2)

Diederik Samsom zou zeggen “nou doet u het weer”.

En weer greep God in: “Maar God kwam ’s nachts in een droom tot Abimelek en zei hem: De dood staat u te wachten, omdat u deze vrouw ontvoerd hebt, want zij heeft al een man.” (GN 20:3).

Diederik Samsom zou alweer zeggen “nou doet U het weer”.

Gelukkig liep het uiteindelijk niet slecht zo af voor de koning. Blij de dood te zijn ontsprongen overlaadde hij Abraham met “..schapen en runderen, slaven en slavinnen” (GN 20:14). En: “duizend zilverstukken”. (Gn 20:16)

Is “deugdzaam en rechtschapen” dan: liegen, je vrouw uitlenen aan een ander voor eigen gewin, om vervolgens beloond te worden voor dit gedrag? Blijkbaar, want God vond dit allemaal prima. Tot twee keer toe zelfs.

Zo prima, dat Hij de volgende actie ondernam: “..God genas Abimelek, zijn vrouw en slavinnen, zodat zij weer kinderen konden krijgen want de HEER had iedere schoot in het huis van Abimelek gesloten, vanwege het gebeurde met Sara..” (GN 20:17-18).

Wonderlijk inkijkje in zijn opvattingen van “rechtschapen en deugdzaam” en “zonde”.

Nogal van slag, toch nog maar even verder zoeken, naar voorbeelden van de invulling daarvan. Niet deugdzaam en rechtschapen leven in de ogen van God kan je immers duur komen te staan.

Dan komen we uit bij Lot. De volle neef en protegé van Abraham.

Van Lot wisten we al dat hij er geen problemen mee had om zijn maagdelijke (“nog nooit bij een man ..geweest”) dochters aan te bieden (“kunnen jullie doen met hun doen wat je wilt”) aan voorbijgangers omdat die “omgang” met zijn gasten wilden hebben. Over deugdzaam gesproken.

Lot (de dans ontsprongen bij de verwoesting van Sodom en Gomorra, op voorspraak bij God van Abraham) woonde inmiddels met zijn dochters in een afgelegen grot in de bergen. Een vrouw had hij niet meer, die was immers veranderd in een zoutklomp..

Geen man te bekennen in de wijde omgeving. De dochters met kinderwens hadden daar wat opgevonden.

“Kom, wij laten Vader wijn drinken en gaan bij hem liggen, in de hoop dat wij van hem kinderen krijgen.” (Gn 19:32) “Zo werden de beide dochters van Lot zwanger van hun vader” (Gn 19:36)
“De oudste baarde een zoon en noemde hem Moab; hij werd de vader van de huidige Moabieten. Ook de jongste baarde een zoon en noemde hem Ben-Amni; hij is de vader van de tegenwoordige Ammonieten.” (Gn 19:37-38)

Tja, incest. Meer kan ik er niet van maken.

En God? In geen velden of wegen te bekennen. Hij die schoten kon sluiten en ontsluiten greep deze keer op geen enkele wijze in. Van straffen was ook geen sprake. Er zijn er om minder omgebracht. Hij vond het wel deugdzaam en rechtschapen genoeg blijkbaar.
Net als Abraham. Die vond er ook niets mis mee.

Het zal de lezer niet verbazen dat ik wederom met stomheid ben geslagen.

Wel weer wat wijzer geworden over Gods invulling en definitie van “deugdzaam en rechtschapen”.
Maar of mij dat nou inspiratie geeft om te leven naar “Gods gebod” kan ik, eufemistisch gesteld, toch niet stellen. Verre van dat.

Maar wellicht komen er nog nieuwe inzichten. Maar daarover later.

P.S. Binnenkort deel 13. Gods wrede beproeving van Abraham
P.S.: plaatje komt hier vandaan: http://commons.wikimedia.org/wiki/File:Joachim_Wtewael_-_Lot_and_his_Daughters_-_WGA25909.jpg
P.S. alle verschenen blogs in deze serie zijn te vinden in de rechterkolom onder het kopje: “Omtrent het Oude Testament”